Vrede wordt gehandhaafd door oordeel over het kwaad
Lessen uit het leven van Benaja, een van de helden van David (slot)
In de vorige aflevering heb je gezien dat door de wijsheid van de profeet Nathan – met ondersteuning van de priester Zadok en de soldaat Benaja – is voorkomen dat de macht over Gods volk in verkeerde handen kwam (1 Kon. 1). Zodra de ernst van de situatie tot David is doorgedrongen, geeft hij opdracht Salomo tot koning te laten uitroepen en zalven. Benaja stemt daarmee in met een prachtige belijdenis: “Toen antwoordde Benaja, de zoon van Jojada, de koning en zei: Amen! Moge de HEERE, de God van mijn heer de koning, het zó zeggen! Zoals de HEERE met mijn heer de koning is geweest, moge Hij zo met Salomo zijn, en moge Hij zijn troon groter maken dan de troon van mijn heer de koning David!†(1 Kon 1:36-37). Hij spreekt de wens uit dat de troon van Salomo groter zal zijn dan die van David.
David is een beeld van de Heere Jezus als de verworpen Koning. Salomo is een beeld van de Heere Jezus als de Vredevorst. Onder de regering van de Heere Jezus zal het koninkrijk van God op aarde gevestigd worden en zal er duizend jaar lang vrede op aarde zijn. Met zijn wens ziet Benaja vooruit naar een tijd van vrede. Die komt ook als Salomo eenmaal de regering in handen heeft (1 Kon 4:24-25). Maar Benaja bespiegelt niet alleen, het is niet alleen het uitspreken van een wens. In de vestiging van dat rijk van vrede heeft hij ook een aandeel, net zoals hij het had in de vestiging van het koningschap van David (1 Kron. 11:10). Van zijn aandeel is weer veel te leren.
In de tijd waarin wij leven, is het koninkrijk van God nog niet zichtbaar op aarde gevestigd. Toch is het al aanwezig en wel in levens van mensen die zich vrijwillig aan de Heere Jezus onderwerpen. Daar kan de Heilige Geest dat koninkrijk vestigen. Paulus spreekt over dat koninkrijk als volgt: “Want het koninkrijk van God is niet eten en drinken, maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap in [de] Heilige Geest†(Rom. 14:17). Alle elementen die dat in de weg staan, moeten worden uitgeschakeld. Hoe we dat moeten doen, daarvan levert Benaja in 1 Koningen 2 weer een indrukwekkend voorbeeld door de drie vijanden die hij uitschakelt: Adonia, Joab en Simeï.
Aan het begin van de regering van Salomo probeert Adonia op slinkse wijze alsnog de macht naar zich toe te trekken. Salomo doorziet zijn bedoelingen. Ditmaal heeft Adonia tegen zijn leven gezondigd. Salomo geeft Benaja de opdracht Adonia te doden (1 Kon. 2:25). Niemand anders is beter geschikt om deze zelfzuchtige opstandeling te doden dan Benaja. Hij handelt niet als gevoelloze beul, maar als iemand die Salomo’s afschuw over het kwaad deelt en zo een rechtvaardig oordeel voltrekt.
Ook Joab, de man die Adonia in zijn opstand is gevolgd, ondergaat dit lot. Daarmee wordt tevens recht gedaan aan zijn gemene optreden in een tijd van vrede. David heeft zijn zoon daarop gewezen (1 Kon. 2:5). De voltrekker van dit vonnis is weer Benaja (1 Kon. 2:34).
In het derde geval zie je dat niet alleen verkeerde daden worden geoordeeld, maar dat ook verkeerde woorden hun vergelding ontvangen (Matth. 12:37). Daarvan heb je een voorbeeld in het oordeel over Simeï. Ook op hem wijst David zijn zoon Salomo (1 Kon. 2:8-9). Simeï had David vervloekt. Hoewel hij de dood verdiende, was hem genade bewezen. Maar door een daad van ongehoorzaamheid te begaan bewijst Simeï dat hij die genade niet waardeert. Salomo beveelt Benaja ook hem te doden (1 Kon. 2:46a). Als resultaat van het optreden van Benaja staat er: “Zo werd het koningschap in de hand van Salomo bevestigd†(1 Kon 2:46b).
Ook hierin kun je op Benaja lijken. Zoals gezegd is voor ons de Heere Jezus de Vredevorst. Echte vrede in ons leven of in de plaatselijke gemeente kan er alleen zijn als we op Zijn bevel het kwaad in onszelf en in de gemeente oordelen. Daarvoor is jou het zwaard van Gods Woord gegeven (Hebr. 4:12-13; Ef. 6:17). Weet je het te hanteren tegen machtsbelustheid (zoals Benaja tegen Adonia)? Weet je het te hanteren tegen het zoeken van eigen voordeel ten koste van anderen (zoals Benaja tegen Joab)? Weet je het te hanteren tegen uitspraken die een vervloeking van de Heere Jezus betekenen (zoals Benaja tegen Simeï)?
De laatste keer lees je over Benaja in 1 Koningen 4:4. Hij wordt daar genoemd als een van de vorsten. Hij is dan inmiddels bevelhebber van het hele leger. Dat heeft Salomo hem gemaakt, nadat hij Joab heeft gedood (1 Kon. 2:35). Weer een promotie voor Benaja. Wat een carrière heeft deze man gemaakt! Daar heeft hij zelf niet naar gestreefd, hij heeft er ook niet om gevraagd. Het is hem steeds gegeven door de koning die hij trouw diende. Daardoor hoort hij nu bij een gezelschap dat een uitstraling is van de majesteit en heerlijkheid van Salomo.
Hierin ligt een prachtige toepassing. De Heere Jezus komt binnenkort om de gelovigen op te halen. Daarna zal Hij in heerlijkheid op aarde verschijnen om als Vredevorst te regeren. Op die dag komt Hij om “verheerlijkt te worden in Zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die hebben geloofd†(2 Thess. 1:10). De heerlijkheid die in elk van de gelovigen zichtbaar zal zijn, is Zijn heerlijkheid. Maar de hoeveelheid heerlijkheid hangt af van de trouw, waarmee elk van de gelovigen Hem heeft gediend tijdens het leven op aarde. De basis voor jou ligt in de overwinningen die jij als een Benaja tijdens het volgen van een verworpen Koning hebt behaald. Hoeveel heerlijkheid wil jij straks van Hem uitstralen? Zoveel mogelijk toch? Ga de strijd dan aan!
Heere Jezus, dank U wel voor wat U in het leven van Benaja hebt gewerkt. Dank U voor de lessen die U mij daardoor hebt willen leren. Dank U dat U binnenkort verheerlijkt zult worden in allen die U toebehoren.
Gebed: Heere Jezus, ik bid dat God het werk van het geloof in kracht in mij vervult, opdat Uw Naam in mij verheerlijkt wordt, naar Uw Woord in 2 Thessalonikers 1:11-12.
Ger de Koning, november 2010
Wil je op dit artikel reageren? Mail dan naar ger.de.koning@gmail.com