Ik ging twee keer naar de kerk, maar...
Al op jonge leeftijd kwam ik veel in aanraking met mensen die in God geloofden en ik merkte door deze ‘contacten’ dat zij iets hadden (nl. een relatie met God) wat ik miste. Als kind verlangde ik naar zo’n leven met God, de Schepper van mijn leven. Maar al jong leerde ik ook dat mijn hart ten diepste niet wil buigen voor God. We willen liever zelf de baas blijven in ons leven en doen waar we zelf zin in hebben. Ten diepste draaide mijn hele leven tot mijn 18e om mezelf. ‘Als ik maar aan mijn trekken kom,’ is de leus die mijn gedachten en leven beheerste en vervulde. Dat ik-gerichte leven manifesteerde zich bij mij in allerlei zonden.
In de Bijbel staat dat er uit een hart van een mens het volgende komt: kwade gedachten, fantaseren over sex, doodslag, dieverijen, gierigheden, boosheden, bedrog, lastering, roddel, hoogmoed, onverstand.
Dat was voor mij zeer herkenbaar. Hoewel ik het op dat moment niet altijd zo ervaarde, toch moet ik achteraf zeggen dat dit mijn leven beheerste. De ene keer kwam dat er heel duidelijk uit, maar de andere keer op een meer stiekeme wijze. Ik deed dit alles omdat dat uit mijn hart voortkwam. Alsof een onzichtbare macht me hiertoe dreef. Deze zonden beheersten mijn gedachten, woorden en daden. Ook heb ik een tijd (met name mijn puberteit) mijn geluk gezocht in de wereld van muziek, geld, drank, vrienden, uitgaan, sex, etc. etc.
Toch gaf dit alles geen vrede, geen geluk, geen blijdschap, geen rust, geen hoop en diep in mijn hart was er een schreeuw om hiervan verlost te worden. Want het is zo’n verschrikkelijk leven. Je hebt namelijk hiervan nooit genoeg en het is alsof het allemaal in een bodemloze put gegooid wordt.
Met name als ik dan weer van die mensen tegenkwam die een intieme relatie hadden met God, dan werd ik ontzettend jaloers omdat zij juist wel die vrede, blijdschap hadden.
Het vreemde van dit alles was dat ik voor heel veel mensen een keurige, nette, serieuze jongen was. Ik ging twee keer naar de kerk, sprak veel over God (Die ik niet kende), las in de Bijbel, bad tot God (Die ik niet kende) etc. Maar wie mijn gedachtewereld op dat moment zou kennen en een dagje met mij mee zou lopen, zou schrikken van het aantal zonden dat ik op een sluwe wijze deed.
Maar tot nu toe heb ik het nog niet gehad over de grootste zonde die ik dag in dag uit deed. Dat is namelijk de zonde van het niet willen buigen voor God. Ik wilde op de troon blijven en niet mijn hele leven overgeven in de handen van God.
Ik bad wel vaak tot God of Hij mij ook zo’n leven wilde geven als de christenen die ik tegenkwam, maar toch dacht ik er gelijk achteraan: ‘Nee, ik wil mijn eigen leven blijven leven, ik wil niet breken met dat verkeerde, ik wil niet stoppen met de vriendschap met mijn vrienden.’
Deze strijd tegen mezelf heeft enkele jaren geduurd. Deze strijd was slopend, omdat ik aan de ene kant wel wilde stoppen met een leven zonder God, maar aan de andere kant niet. Dat is een geweldige strijd, vooral omdat je een marionet bent van de duivel. Hij zorgt er wel voor dat je je leven niet teveel op God gaat richten. Hij verzint continu weer dingen om je af te leiden.
Toch was deze strijd heel moeilijk vol te houden, want God kwam telkens op mijn pad met een vriendelijke uitnodiging om mijn leven aan Hem te geven. Hij kruiste voortdurend mijn pad en dan werd de strijd nog zwaarder. Hij liet mij zien dat een leven met Hem heerlijk, vreugdevol en mooi is. Hij liet mij zien dat Jezus Christus liefdevol te wachten staat op zulke slechte mensen als ik was. En dan stormde het in mijn hart, want ik wist dat ik daarvoor door de knieën moest gaan. Ik wist dat ik heel eenvoudig tegen Hem zeggen moest: ‘Heere, hier heeft u mijn vuile, vieze, gore leven, zonder God’, en dat wilde mijn hart niet. Want dan zou er een streep (een kruis) door mijn leven gaan. Dan kon ik niet meer mijn eigen leven leiden. Dan zou op dat moment mijn leven van God worden.
Gelukkig mag ik nu zeggen dat God er Zelf voor zorgde dat ik door de knieën ging. Hij bracht mij door Zijn kracht op de knieën. En toen ik iedere dag een beetje meer ging zien dat God zo iemand als ik graag wil ontvangen om er een nieuw mens van te maken, kwam er een grote verwondering in mijn leven. Wil die grote God, Die niet met het verkeerde te maken kan hebben, mij ontvangen…? Wil Hij nog naar mij luisteren, terwijl ik zo vaak mijn oren dichtgestopt had voor Zijn uitnodiging…?
Door het lezen van de Bijbel, door het horen van preken en door het spreken van andere christenen ging ik leren dat Hij dat inderdaad graag doet. God wil niets liever dan dat wij een vertrouwde relatie met Hem hebben. Ook ging ik leren waarom Jezus Christus moest sterven aan een kruis. Omdat ik zo graag een leven wilde leven zonder Hem. Omdat ik door mijn ontelbare zonden straf van God verdiend had. En omdat Jezus die straf op het kruis op Zich genomen heeft, mag ik nu een verlost en vergeven kind van God zijn.
Ik mag dankzij Jezus’ sterven voor mij nu een leven leven wat beheerst wordt door dankbaarheid, rust, vrede, vreugde en naastenliefde. Mijn leven draait nu niet meer om mezelf, maar alleen om Hem (God), Die mij - zondig mens - dag in dag uit wil helpen, onderwijzen, leren. Mijn leven heeft een heerlijk doel gekregen, namelijk om Hem steeds beter en inniger te leren kennen (zoals in een verkeringstijd met een vriendin) en om anderen om me heen van een leven met Hem te vertellen. Nu leef ik met hoop en verwachting in deze wereld. En er is geen moment in mijn leven geweest dat ik terug verlangde naar dat hopeloze leven zonder God.
Ik moet daarbij wel eerlijk zeggen dat ik vanuit mezelf tot niets goeds in staat ben. Zonder Gods hulp kan ik niets. Dan leef ik nog steeds mijn eigen leven. Maar door het lezen in de Bijbel, het praten met God en contacten met medechristenen leer ik steeds meer van Hem en over Hem. Zo kan ik zeggen dat God alleen de dank en lof toekomt voor het leven dat ik nu mag kennen. Als God niet met Zijn liefdevolle uitnodigingen tot mij gekomen was, was ik doorgegaan op de weg naar de eeuwige duisternis.
Daarom zeg ik vanuit het diepst van mijn hart: Looft de Heere, want Hij is goed!