De glorie van een ware dienaar van God

De glorie van een ware dienaar van God

"Ziet, Mijn Knecht, Dien Ik ondersteun." (Jesaja 42:1). Een ware dienaar van God is iemand die is bevestigd door God, niet door geld of door een organisatie of door een menselijk orgaan. De Heere alleen is de Ene Die ons te allen tijde moet steunen. Men kan ons giften geven, maar we mogen nooit afhankelijk zijn van mensen of geld. Het woord "steun" verwijst ernaar dat we afhankelijk zijn. We moeten alleen steunen op de Heere. Het is wanneer we op de plaats van hulpeloosheid terecht komen, dat God Zijn Geest op ons laat neerdalen. "Hij zal niet schreeuwen, noch Zijn stem verheffen, noch Zijn stem op de straat horen laten.." (Jesaja 42:2,3) Dit is opgeschreven als een verwijzing naar Jezus in Mattheus 12:18-20 waar geschreven staat: "Hij zal niet twisten, noch roepen, noch zal er iemand Zijn stem op de straten horen. Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken". Dat betekent dat de Heere nooit iemand zal ontmoedigen die een puinhoop van zijn leven heeft gemaakt, maar zal hem aanmoedigen en hem genezen. De Heere zal de lont van een kaars niet doven die op het punt staat om uit te gaan. Aan de andere kant zal Hij juist de vlam aanwakkeren. God is geïnteresseerd in het helpen van zwakke gelovigen die hebben gefaald. Hij is geïnteresseerd in het helpen van mensen die ontmoedigd en terneergeslagen zijn, om hun geest weer op te frissen. Een ware dienaar van de Heere zal altijd een soortgelijke bediening zoeken, van bemoediging, het opfrissen van de geest van degenen die depressief, ontmoedigd, hopeloos en moe van het leven zijn. Laten we allemaal zoeken naar een dergelijk bediening, omdat overal mensen zijn die dit nodig hebben. In Jesaja 42:5-8 vertelt de Heere ons: "Ik, de HEERE, heb U geroepen in gerechtigheid, om den gebondene uit te voeren uit de gevangenis, en uit het gevangenhuis, die in duisternis zitten". Dit is een geweldige bediening. Maar onthoud altijd één ding: De Heere zegt, "Ik zal nooit Mijn eer aan een ander geven." (Jesaja 42:8). We moeten nooit enige eer voor onszelf nemen in onze bediening. Om het krediet of de eer voor onszelf te nemen is een zeer, zeer ernstig misdrijf. Het is erger dan het stelen van geld. God moge u zegenen; u en u en uw bediening machtig gebruiken, maar Hij zal Zijn eer of glorie nooit aan iemand anders geven. Zodra u begint met het aanraken van de glorie van God, zult u uzelf vernietigen, zoals vele dienaren van de Heere zijn vernietigd. Zodra u begint uzelf te promoten voor de mensen, en begint mensen tot uzelf te trekken in plaats van tot de Heere, en de eer op te strijken van datgene wat God deed, bent u op een zeer gevaarlijk terrein. Dit is hoe duizenden Gods zalving over hun leven verloren hebben. In Jesaja 42:19,20 staat: "Wie is er blind dan Mijn knecht, en doof, gelijk Mijn bode, dien Ik zende? Wie is blind, gelijk de volmaakte, en blind, gelijk de knecht des HEEREN?" Dit ziet eruit als een raadselachtig vers, vooral omdat het duidelijk verwijst naar Jezus (zoals we kunnen zien in Jes. 42:1 ). Wat betekent het? Het betekent dat een ware dienaar van God blind en doof zal worden voor veel dingen die hij om hem heen hoort en ziet. Hij ziet veel dingen, maar hij niet observeert ze niet. (Jes. 42:20). Hij gaat niet rond op zoek naar zonde in anderen. Hij gaat niet rond luisteren naar mensen om ze te vangen op iets wat ze zeggen. De Farizeeën waren wel zo - altijd afwachten om Jezus te vangen op iets wat Hij zei om Hem te kunnen beschuldigen. Veel christenen zijn helaas ook zo - altijd klaar om iemand te beschuldigen van iets wat hij zei - zeer vaak omdat ze jaloers zijn op zijn bediening. Wees niet zoals zij. Wees doof en blind voor veel dingen die je hoort en ziet om je heen. Hoorde je dat iemand je vals beschuldigde? Als je doof zou zijn, zou je het niet hebben gehoord. Wees dan doof! Is het niet goed voor een dienaar van de Heere om "blind" te worden voor aantrekkelijke vrouwen? Je hebt ogen, maar die zien niet. Je bent "blind"! Je hebt oren, maar je hoort niet! Omdat je niet beoordeelt op wat je ogen zien of wat je oren horen. Dit is hoe Jezus leefde en dit is ook hoe wij moeten leven. (Jesaja 11:3).
265