menu
OPEN BRIEF over het herstel van Christus' gemeente aan allen die leiding geven in Zijn gemeente en verder aan alle gelovigen.
'ÉÉN DING IS NODIG': MIJN WOORDEN HOREN EN DOEN!
Geliefde broeders en zusters,
Eén ding Wij geloven, dat de Heere Jezus nú in de geestelijke, kerkelijke en maatschappelijke noodsituatie van ons Nederlandse volk tot Zijn gemeente zegt: "U bekommert en verontrust u over vele dingen, maar één ding is nodig": aan Mijn voeten zitten om Mijn onderwijs te ontvangen (Lk.10:42,39). Hij wil dat wij ons samen op Hem alleen richten in een blijvende luisterhouding. Hij alleen kan een verlossend woord spreken; een genadig keerpunt brengen in een zondig dieptepunt, waarin Zijn lichaam verkeert door innerlijk verval en door uiterlijke verscheurdheid die nog steeds doorgaan, met afnemend kerkbezoek en massale kerkverlating. Voortgaande dwaalleer, verwereldlijking en verrijking ten koste van de arme landen, een klimaat van ieder heeft zijn eigen waarheid, een snel groeiende Islam in ons land, enz. Een situatie die ontwrichtende gevolgen heeft voor onze samenleving. Wij allen staan hieraan schuldig en hebben alle reden om ons te verootmoedigen voor de HEERE en voor elkaar en om ons te bekeren. Het ene nodige van de Heere Jezus staat tegenover de vele dingen die wij nodig vinden. Die vele dingen leiden ons vaak af van het ene nodige!
Eén Koninkrijk Wij geloven dat de Heere Jezus ook nú in Zijn onderwijs aan Zijn gemeente spreekt over het Koninkrijk van God voor Israël en de volkeren (Mt.6:33; Hand.1:3). In Zijn komst en werk op aarde is het nabijgekomen. Bij Zijn terugkomst in heerlijkheid komt het in volheid. Hij heeft het Koninkrijk van God verkondigd en zichtbaar gemaakt. Tekenen van het Koninkrijk heeft Hij opgericht: vergeving voor schuldigen, bevrijding voor gebondenen, genezing voor zieken, enz. Deze tekenen bevestigen dat het Koninkrijk gekomen is en zij kondigen aan dat het komt in volheid. Zij zijn voorschot. Door Zijn kruis en opstanding heeft Hij aan het Koninkrijk een onwankelbaar fundament gegeven. Bij Zijn hemelvaart heeft Hij het Koningschap ontvangen (Mt.28:18). De uitstorting van de Heilige Geest is daad en gave van Zijn Koningschap (Hand.2:33). Hij roept ons op om Zijn Koninkrijk binnen te gaan door wedergeboorte (Joh.3:3,5), in de weg van geloof en bekering, om Zijn Koninkrijk te verkondigen door woord en daad en om het in volheid te verwachten. Het ene Koninkrijk van God staat tegenover de vele kleine koninkrijken van ons. Die koninkrijken doen afbreuk aan het ene Koninkrijk!
Eén gemeente Wij geloven dat de gemeente, uit Israël en de volkeren, de gemeenschap is van en rond de Koning, de Heere Jezus Christus; gestalte van het Koninkrijk. Hij heeft die gemeente 'verkregen door Zijn eigen bloed' (Hand.20:28). Op de Pinksterdag heeft Hij haar als nieuwtestamentische gemeente tot openbaring gebracht, samengesmeed door en toegerust met de Heilige Geest (Hand.2). Hij is het Hoofd en de gelovigen zijn leden van Zijn lichaam. Na Zijn hemelvaart vertegenwoordigen zij Hem op aarde en zetten Zijn werk voort, ingeschakeld en bekwaam gemaakt door de Heilige Geest. Zij doen dit door woord en daad, door prediking en getuigenis, door herderlijke zorg en dienstbetoon, enz. De gemeente is het instrument tot de komst van het Koninkrijk. De verwachting van het Koninkrijk is het perspectief voor Zijn gemeente, waarin zij deelt met Israël, Zijn uitverkoren volk. In elk dorp of stad één gemeente, die in verscheidenheid op verschillende plaatsen samenkomt, maar toch één in geloof, hoop en liefde; een krachtcentrale van het Koninkrijk van God voor de samenleving. De ene gemeente van Christus staat tegenover de vele en verdeelde geloofs- en kerkgemeenschappen van ons. De laatste staan de openbaring van die ene gemeente in de weg!
Eén roeping Wij geloven dat de gemeente de roeping heeft om het leven van de verhoogde Heere Jezus Christus te openbaren en om met Zijn werk op aarde verder te gaan, als instrumenten in Zijn hand. Deze roeping betekent onder meer: de heerlijkheid van God openbaren (Ef.3:21), aan de geestelijke wereld de veelvuldige wijsheid van God bekendmaken door haar getuigenis in woord en daad (Ef.3:10), zout der aarde en licht der wereld zijn (Mt.5:13-16), alle volken tot Zijn discipelen maken (Mt.28:19), het Joodse volk jaloers maken (Rom.10:19;11:11,14), enz. Deze roeping geldt voor de gemeente in haar geheel, voor elke plaatselijke gemeente en voor elk van haar leden. Door de vervulling met en de inwoning van de Heilige Geest en Zijn gaven is de gemeente bekwaam om deze roeping te vervullen, al gebeurt dit in zwakheid. Hiervoor is eenheid onmisbaar. Alleen samen met alle heiligen (Ef.3:18) kunnen we die roeping volbrengen. Als Zijn lichaam kan de gemeente alleen in eenheid functioneren; elk lid heeft daarin een eigen plaats en taak en niet één lid kan gemist worden. Om de openbaring van die eenheid, die er al in Hem is, heeft de Heere Jezus gebeden en bidt Hij (Joh.17:21; vgl.11,22,23), die eenheid heeft Hij op Pinksteren zichtbaar gemaakt (Hand.2:42-47) en voor die eenheid in de praktijk heeft Paulus zich ingezet (Ef.4:3-6). Het gaat om een geestelijke eenheid, maar ook om een zichtbare, met het oog op zending en evangelisatie (Joh.17:21,23). De ene roeping van Christus' gemeente staat tegenover de vele taken die wij aan de gemeente hebben gegeven. Die vele taken belemmeren vaak het vervullen van die ene roeping!
Eén toerusting Wij geloven dat de Heere Jezus aan Zijn gemeente voor haar geestelijke en zichtbare eenheid, voor haar groei en voltooiing, behalve de gaven van Zijn Heilige Geest, bedieningen (ambten) heeft gegeven: apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars, ouderlingen en diakenen (Ef.4:11,12; Fil.1:1; 1 Tim.3), enz. Deze bedieningen zijn er voor de plaatselijke gemeente; daarin komen ze openbaar, worden ze herkend en erkend. Hun werkterrein is echter breder. Zij hebben ook een bovenplaatselijke taak voor alle gemeenten. Al deze bedieningen - ook nieuwtestamentische apostelen en profeten onderscheiden van het unieke twaalftal en de oudtestamentische profeten - zijn gegeven voor toerusting en leiding van de plaatselijke gemeente en van alle gemeenten samen. Zij zijn vandaag evenzeer nodig als in de apostolische eeuw. Zij vullen elkaar aan. De ene toerusting van de Heere Jezus staat tegenover de vele pogingen van ons om op eigen manier en in eigen kracht de gemeente toe te rusten. Die vele pogingen van ons gaan vaak voorbij aan die ene toerusting!
Eén weg Wij geloven dat er maar één weg is om aan de roeping van Christus' gemeente tot de komst van Gods Koninkrijk te gehoorzamen: terugkeer naar het ene Fundament dat gelegd is (1 Kor.3:11): de Heere Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heere, de Christus der Schriften, van Wie de belijdenissen van de kerk der eeuwen getuigen. Hoe dichter bij Hem, hoe dichter bij elkaar. De profeet Elia herstelde op de Karmel het verbroken altaar (1 Kon.18:30-32). De Heere Jezus is altaar én offer (Hebr.13:10). Het gaat om het herstel van de prediking van het ene Evangelie in de kracht van de Heilige Geest en om het herstel van de ene avondmaalstafel, open voor alle gelovigen, om bij brood en beker Zijn dood te verkondigen, totdat Hij terugkomt in heerlijkheid. Het gaat om het herstel van Zijn bedieningen in Zijn gemeente. Het laatste houdt in dat alle christenen en alle christelijke instellingen, verenigingen, stichtingen, enz. zich nauw verbinden aan Christus' gemeente, plaatselijk of regionaal, en zich niet ontwikkelen los van de door Hem gegeven bedieningen (ambten). Zij hebben een uitvoerende taak ten aanzien van de roeping van de gemeente. In politiek opzicht behoren Mozes en Aäron bij elkaar. De HEERE wil dat Zijn werk op aarde vanuit Zijn gemeente geschiedt, onder leiding van Zijn bedieningen. Wanneer we Zijn werk op Zijn manier doen: in de weg van Woord en Geest, van geloof en gebed, van verootmoediging en verwachting, mogen we Zijn zegen verwachten. De ene weg van gehoorzaamheid aan Christus' roeping staat tegenover de vele eigengekozen wegen van ons. Die vele wegen blokkeren vaak de ene weg!
Eén hoop Wij geloven dat de Heere Jezus Christus de enige Hoop is voor het herstel van Zijn gemeente, van Zijn volk Israël en van alle dingen (Hand.3:21) tot de komst van Zijn Koninkrijk. Hij is het Hoofd van Zijn gemeente, de Messias van Israël en de Redder en Heer van de wereld. Wij geloven Zijn beloften van de ene kudde en de ene Herder (Joh.10:16), van de ene voltooide gemeente (Ef.4:13), van de ene bruid die met de Geest meebidt: "Kom, Heere Jezus!" (Openb.22:17) en van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde (2 Petr.3:13). Wij bidden om de vervulling van die beloften en we zien uit naar het herstel van Zijn ene gemeente, van de prediking en de maaltijd der verzoening en van de bedieningen in de gemeente in de kracht van de Heilige Geest. Wij belijden dat wij de bedieningen vaak niet herkend en erkend hebben. In de kritieke situatie van de verscheurde openbaring van het ene lichaam van de Heere Jezus en de vele bestaande kerkgemeenschappen blijft Haggaï 1 ons aanspreken als een boodschap die de Heilige Geest vandaag tot de gemeenten spreekt. In ons volk is kostbaar hout aanwezig voor het herstel van Zijn gemeente: de gelovigen. Alleen dit hout moet verzameld en gebruikt worden (vers 8). Daartoe roepen wij op en daaraan willen we dienstbaar zijn. De Heere Jezus zegt: "Wie met Mij niet vergadert, die verstrooit" (Mt.11:30) en de HEERE belooft: "En Ik zal een welgevallen daaraan hebben en verheerlijkt worden". Is dit niet veelbelovend? Wij hopen dat de Heilige Geest deze boodschap bevestigt in de harten van Gods kinderen en dat zij met ons meegaan bidden. Verder willen we pogen, in diepe verootmoediging vanwege de zonden van de gemeente, biddend bijeen te brengen allen die in deze boodschap de stem van de Goede Herder horen en prioriteit willen geven om zich nú van harte en eendrachtig in te zetten voor het herstel van Zijn ene gemeente, onder leiding van Zijn Geest en Woord, tot de komst van Gods Koninkrijk in ons land. "En de HEERE verwekte de geest van Zerubbabel...en de geest van Jozua...en de geest van het hele overblijfsel van het volk; en zij kwamen en maakten het werk in het huis van de HEERE der heerscharen, hun God" (Haggaï 1:14). De ene hoop op de Heere Jezus en Zijn beloften staat tegenover de vele idealen en verwachtingen van ons. De laatste belemmeren vaak het uitzicht op die ene hoop!
Namens de Gebedskring voor het herstel van Christus' gemeente,
M.D. Geuze, hervormd predikant