menu
In Ezechiël 3:1 droeg de Heere Ezechiël op om de boekrol die Hij hem gaf op te eten. De boodschap die wij doorgeven aan anderen moet eerst door onszelf gegeten en verteerd zijn. Gods Woord was zo zoet als honing in zijn mond. Ook in het boek Openbaring gaf de Heere Johannes eerst de opdracht de boekrol te eten. Alleen dan werd het Ezechiël en Johannes toegestaan om te profeteren. Dit is een fundamenteel principe in alle bediening van het Woord. Het Woord wat God verlangt door u heen tot anderen te spreken, wil Hij eerst tot uzelf spreken. Gods Woord daagt diegenen die het Woord doorgeven uit met verzen als: "U dan die een ander onderwijst, onderwijst u uzelf niet? U die predikt dat men niet stelen mag, steelt uzelf?" (Rom. 2:21). Wanneer u slecht spreekt over een persoon, dan steelt u zijn of haar reputatie. Bent u zich ervan bewust dat slecht over iemand spreken stelen is? Of erkent u alleen het wegnemen van geld als zijnde stelen? "U die zegt dat men geen overspel mag plegen, pleegt uzelf overspel?" Maar u kijkt zelf naar anderen om te begeren? We moeten de boekrol eerst zelf eten, als we willen dat God onze bediening zalft. Veel predikers brengen het woord vandaag de dag zonder eerst zelf de boekrol gegeten te hebben. Dat is de reden waarom hun bediening zo doods en saai om naar te luisteren is. Als u een effectieve bediening wilt, eet dan de boekrol eerst zelf. Het Woord van God is als een tweesnijdend zwaard - de ene kant moet in mezelf snijden, en alleen zo kan ik de andere zijde gebruiken om anderen te snijden. Als het niet eerst een snijdend werk doet in ons eigen leven, worden we hard en onbarmhartig in onze prediking naar anderen. Dus eet eerst de boekrol. "En de Geest hief mij op en nam mij weg, en ik ging heen, ontdaan door de beroering van mijn geest, met de hand des HEEREN zwaar op mij." (Ezech. 3:14). Als de Heere ons ergens heen stuurt, zijn we daar soms minder enthousiast over dan andere keren. Er kan een gevoel van beroering zijn in ons hart. Maar we gehoorzamen en gaan.
Paulus spreekt in 2 Korinthe 7:5 erover: "van buiten strijd, van binnen vrees" was in hem. Paulus had enige vrees. Toch ging hij waar hij gezonden werd. Hij ging niet af op zijn gevoelens. Als we ons laten leiden door onze gevoelens gaan we nergens heen waar de Heere ons zendt.
Enige jaren geleden zat ik te wachten op het station van Bangalore om de trein te nemen en ergens heen te gaan voor bediening. Mijn kinderen waren toen nog allen klein en bovendien ziek. Alle zorg kwam op mijn vrouw neer. Ik overwoog om mijn reis af te zeggen en naar huis te gaan. De Heere sprak dat ogenblik tot mij en gaf mij een nieuwe openbaring. Hij gaf mij de vrijheid om mijn eigen keuze te maken maar zei mij: "Wat je ook doet, neem in ieder geval geen beslissing op grond van vrees". Ik leerde een belangrijke les die dag.
Ik ben niet naar huis gegaan. Ik heb de trein genomen en heb mijn bediening vervuld. De Heere zorgde voor mijn kinderen en genas ze. Vele jaren geleden heb ik een plechtig verbond gesloten met de Heere. Ik zei Hem: "Heere, u neemt de zorg voor mijn gezin en ik zal zorgdragen voor Uw gezin". Vandaag kan ik na meer dan 30 jaar zeggen dat hoewel ik vaak gefaald heb in mijn aandeel in het verbond, de Heere volkomen getrouw is geweest aan Zijn deel.
Ik vraag niemand van u om een dergelijk verbond te sluiten of om te doen wat ik die nacht besloot op dat station. Er zijn tijden dat het goed is om thuis te blijven en uw vrouw te helpen. Maar, welke beslissing u ook neemt, neem het altijd in geloof en nooit uit vrees. Er kunnen tijden zijn dat u in geloof zal moeten zeggen: "Ik vertrouw erop dat God zal zorgen voor de bediening in die plaats. Nu is het van meer belang dat ik mijn zieke vrouw thuis help." Ga dan naar huis - God zal met u zijn. Maar er zullen ook tijden zijn die de duivel gebruikt om u vrees in te boezemen en u zo probeert te weerhouden een dienst te vervullen die God wil dat u vervult.
Laat u dus nimmer leiden door gevoelens. Herinner u dat het soms zo is dat als de Geest ons opneemt en ons wegleidt dat we in beroering van hart moeten gaan. Maar ondanks dat, gaan we dan toch! "Toen stond ik op en ging naar het dal; en zie, daar stond de heerlijkheid des HEEREN gelijk aan de heerlijkheid die ik aan de rivier de Kebar gezien had; en ik viel op mijn aangezicht." (Ezech. 3:23).
Hier vinden we nog een belangrijk principe van bediening. Laat uw aangezicht te allen tijde in het stof zijn. Het is soms zelfs goed om dat letterlijk te doen. Leg uzelf neer op de vloer van uw kamer voor het aangezicht van God en zeg: "Heere, dit is waar ik hoor. Dit is wat ik ben - een 'nul' in uw ogen." Wij die voorgaan en prediken lopen een groot gevaar omdat zoveel ons bewonderen en ons op een voetstuk plaatsen. Meer dan wie dan ook, hebben wij het nodig, regelmatig alleen te zijn voor de Heere en plat voor Hem neer te liggen en te erkennen dat we niemand zijn in Zijn ogen.
God kan in één ogenblik onze adem doen stokken. Hij kan onze zalving elk moment intrekken. Ik heb meer vrees om de zalving te verliezen dan wat dan ook in mijn leven. Ik zou liever al mijn geld kwijtraken of mijn gezondheid dan Gods zalving op mijn leven. Het is gemakkelijk de zalving te verliezen wanneer we een klein beetje onzorgvuldig zijn met geld of met onze tong of in een bepaalde kleine zaak.
Terwijl Ezechiël met zijn aangezicht in het stof lag, kwam de Geest in hem en deed hem op zijn voeten staan. Het is daar - in het stof voor het aangezicht van God - dat de Geest op ons zal vallen. Laat het aan Hem over ons op te tillen en te verheffen. Maar verhef uzelf nooit!
"Hij sprak mij aan en zeide tot mij: Ga naar binnen, sluit u op in uw huis. Mensenkind, zie, men zal touwen om u heen slaan en u daarmee binden, zodat gij u onder hen niet kunt begeven. En uw tong zal Ik aan uw verhemelte doen kleven: gij zult stom zijn en hun niet tot een bestraffer wezen, want zij zijn een weerspannig geslacht. Maar als Ik tot u spreken zal, dan zal Ik uw mond openen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE. Wie horen wil, hore. En wie het nalaten wil, late het na. Want zij zijn een weerspannig geslacht." (Ezech. 3:24-27).
Het is geweldig om zo te leven voor God! Als God ons zegt niet te gaan, gaan we niet. Als Hij ons zegt niet te spreken, spreken we niet. De Heere zal u aangeven wanneer u moet spreken en wanneer u moet zwijgen. Luistert u naar de Heilige Geest of luistert u liever naar uw eigen verstand? Uw redenering kan luiden dat het altijd goed is om te spreken. Maar diegene die geleerd heeft te luisteren naar de Geest weet dat er een tijd is om te spreken en een tijd om te zwijgen. Soms worden we geroepen om te zwijgen. Jezus sprak geen woord tegen Herodus. Leer om te leven door de aanwijzingen van de Geest. Deze les kunnen we van Ezechiël leren. Hij was een man die voortdurend onder de leiding van de Geest leefde.