Meest gestelde vragen

We zijn een beweging binnen de bestaande kerken/gemeenten en leggen sterk de nadruk op geestelijke verdieping en heilgmaking. Om die reden krijgen we wel eens de volgende vragen voorgelegd:
1. Wat is de visie van Heart Cry op heiligmaking? 
2. Wat is de verhouding tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking? 
3. Is er een overwinningsleven mogelijk? 
4. Waarom legt Heart Cry de nadruk op geestelijke herleving? 
5. Hoe verhoudt Heart Cry zich tot de bestaande kerken? 

Hieronder proberen we in het kort antwoord te geven op deze vragen.

1. Wat is de visie van Heart Cry op heiligmaking? 

Als stichting willen wij, in biddend opzien en in afhankelijkheid van de Heilige Geest, ons dienstbaar inzetten in Gods wijngaard – die in vele kerken en denominaties te vinden is. We zijn er namelijk van overtuigd dat gelovigen in deze tijd, waarin de satan rondgaat als een briesende leeuw, voortdurend geestelijke voeding vanuit het levende Woord van God nodig hebben. 
Die voeding moet in onze ogen niet alleen gaan over de fundamentele vraag hoe een zondaar met God verzoend wordt, maar ook over de vraag hoe de gelovige in dit leven ‘vruchten van geloof en bekering’ voort kan brengen. Het is dan ook ons doel om gelovigen erop te wijzen dat er zonder het verstaan van het innige leven met Christus lauwheid, oppervlakkigheid, onverschilligheid en gezapigheid op de loer liggen. 

We willen benadrukken dat de vernieuwende kracht van de Heilige Geest noodzakelijk is voor de noodzakelijk groei (opwas) van het geestelijk leven, waardoor gelovigen niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor God Die hen verloste van hun zonden. 
Het doel van de heiligmaking vinden we in Rom. 8:29 ‘Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.’ Daar gaat het om, dat we veranderd worden naar het Beeld van Christus, dat we veranderd worden in ons denken, onze gezindheid, ons gedrag, kortom in alles. Daar willen we ons naar uitstrekken. Weliswaar is op deze aarde geen zondeloze volmaaktheid mogelijk voor de gerechtvaardigde zondaar. Dit ontslaat ons echter nimmer van onze verantwoordelijkheid en vraagt ons de gezindheid te hebben die we ook bij Paulus aantreffen in bijvoorbeeld Fil. 3: ‘Niet dat ik het alrede gekregen heb, of alrede volmaakt ben; maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben. Broeders, ik acht niet, dat ikzelf het gegrepen heb. Maar één ding doe ik, vergetende hetgeen achter is, en strekkende mij tot hetgeen voor is, jaag ik naar het wit, tot den prijs der roeping Gods, die van boven is in Christus Jezus.’ (Fil. 3:12-14). Zijn we bereid te jagen naar het wit, of maken we ons er graag gemakkelijk van af met een ongegrond beroep op de ‘rechtvaardiging van de goddeloze?’ Het is waar dat een wedergeboren mens juist in de dagelijkse beleving, de (soms hevige) strijd ervaart tussen vlees en Geest die lijnrecht tegenover elkaar staan. Maar het is ook waar dat we in betrekking tot onze positie in Christus een nieuw schepsel zijn. ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.’ (2 Kor. 5:17) En daarom mogen we door het geloof en door Gods genade ons steeds weer als een nieuw schepsel zien in Hem. Hierdoor kunnen we meer en meer veranderd worden naar Zijn beeld en worden wie we zijn in Christus. Heiligmaking heeft dan ook niets te maken met eigen slaafse pogingen, maar met de levende gemeenschap met Christus’ dood en opstanding door Zijn Geest Die in ons woont. Eén ding omtrent de heiligmaking is vanuit de Schrift heel duidelijk: ‘zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien.’ (Hebr. 12:14) Niet na dit leven, maar ook niet in dit leven. Een slordige levenswandel brengt ons altijd in de duisternis en neemt de vrede van God weg, die alle verstand te boven gaat. Is dit ook niet een reden van veel geloofsonzekerheid bij veel christenen? Daarom is het belangrijk de heiliging na te jagen, terwijl we mogen weten dat God ons in de Zoon van Zijn liefde al gegrepen heeft. 

2. Wat is de verhouding tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking? 

Juist over de macht van de zonde is veel theologisch debat. Daarom willen we daar iets langer bij stilstaan. Van Luther zijn de bekende woorden: ‘simul iustus et peccator’, tegelijkertijd rechtvaardig en tegelijkertijd zondaar. Andere woorden van Luther die vaak worden aangehaald, zijn de laatste woorden die van hem teruggevonden zijn: ‘Wir sind Bettler, das ist wahr’, (wij zijn bedelaars, dat is waar). Beide citaten duiden op een honderd procent afhankelijkheid van God, in de rechtvaardigmaking, maar ook juíst in de heiligmaking. Dit onderstrepen en belijden we als stichting ten volle. Een vervolgvraag kan zijn: hoe verhouden rechtvaardigmaking en heiligmaking zich dan tot elkaar? Zonder twijfel is het heel belangrijk dat we dit scherp voor ogen hebben. Rechtvaardigmaking en heiligmaking zijn verschillende zaken, hoewel ze niet te scheiden zijn. Er zijn punten waarin ze overeenkomen en er zijn punten waarin ze verschillen. Overeenkomsten zijn: ze komen beiden voort uit vrije genade van God, beiden zijn onderdeel van het grote verlossingswerk van Christus. ‘Christus is de Fontein van het leven, waaruit zowel de vergeving als de heiligheid vloeien. De wortel van beide is Christus.’ (J.C. Ryle). Beiden beginnen op hetzelfde tijdstip, beiden worden in één en dezelfde persoon gevonden en beiden zijn even nodig tot de zaligheid, want er staat geschreven: ‘Jaagt de vrede na met allen, en de heiligmaking, zonder welke niemand de Heere zien zal.’ (Hebr. 12:14) 

Maar er zijn ook verschillen: De rechtvaardigmaking is eenmalig en voorgoed, terwijl de heiligmaking een voortgaand proces is. ‘In de rechtvaardigmaking is er voor onze eigen werken geen enkele plaats; het eenvoudige geloof in Christus is het ene nodige. In de heiligmaking zijn onze eigen werken van zeer groot belang, en God gebiedt ons om te strijden, te waken, te bidden, te worstelen en ons moeite en inspanning te getroosten.’ (J.C. Ryle) De rechtvaardigmaking is de daad van God aan ons, de heiligmaking is het werk van God in ons. 

Als we dit onderscheid niet scherp zien en zorgvuldig bewaren, zullen we de klippen van lijdelijkheid en activisme niet kunnen ontwijken. Wie alleen oog heeft voor de rechtvaardiging door het geloof, loopt het gevaar het minder nauw te nemen met Gods eis: ‘Wees heilig, want Ik ben heilig’. Ook loopt diegene het risico teleurgesteld te worden in het leven met God, omdat met (boezem)zonden maar niet gebroken kan worden, hoewel dat wel het verlangen is. Anderen hebben alleen oog voor de heiligmaking en stappen over de schuldvraag heen en dus over de notie: ‘hoe word ik rechtvaardig voor God?’ In zijn uiterste consequentie leidt dit tot dwaas activisme van onwedergeboren mensen. 

Maar ook kinderen van God verstaan soms niet goed wat het zeggen wil dat God hen door het geloof eens en voor altijd rechtvaardig verklaard heeft in Christus. Zij kunnen hierdoor behoorlijk vastlopen in het leven met God en perfectionistische en/of activistische trekken gaan vertonen. Er is hier dus een spanning tussen lijdelijkheid en activisme, waartussen een weg gevonden moet worden. 

3. Is er een overwinningsleven mogelijk? 

Waar hebben we het over als we spreken over ‘overwinningsleven’? We hebben helaas moeten constateren, dat dit een begrip is, dat zomaar een eigen leven kan gaan leiden. Wat is het niet? Met overwinningsleven bedoelen we geen leven van een christen dat bestaat uit zelf behaalde overwinningen, van voortgaand succes, op weg naar zondeloze volmaaktheid. Zeker niet! Daar is de realiteit van de zonde, de wereld en de boze een té grote realiteit voor. Wat bedoelen we wel? 

Het gaat er om dat we als vrucht van de kruisverdienste van Christus mogen leven uit de overwinning die Híj behaald heeft. Dat betekent heel concreet dat we dus niet langer verplicht zijn naar het vlees te leven. Romeinen 6:11 stelt het heel duidelijk: ‘Alzo ook gijlieden, houd het daarvoor dat gij wel der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus Jezus, onzen Heere’ Houd het daarvoor! Een opdracht van God. Waarom moeten we het daarvoor houden? ‘opdat de zonde niet heerse’ (vs. 12) De Heere heeft niet alleen willen verlossen van schuld en straf, maar ook van de macht van de zonde. Hij geeft Zijn Geest om ons in staat te stellen daar ook naar te leven. ‘Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde. Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen, die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest. Want de wet des Geestes des levens in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet der zonde en des doods.’ (Rom. 7:25-8:2) ‘Maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven.’ (Rom. 8:13). 

Het bestuderen van Romeinen 6-8 maakt duidelijk dat de macht van de zonde gebroken is. Als we daar in ons leven echter niets van ervaren, geeft dat ook geen verdieping. Daarom worden we opgeroepen door Gods Geest te wandelen en in Zijn kracht de inwonende zonde te doden. Dit zal altijd onvolkomen zijn, maar het moet wel zichtbaar zijn/worden in ons leven. We mogen namelijk geloven in Hem, waarvan Judas zegt: ‘Hem nu, Die machtig is u van struikelen te bewaren, en onstraffelijk te stellen voor Zijn heerlijkheid, in vreugde, den alleen wijzen God, onzen Zaligmaker, zij heerlijkheid en majesteit, kracht en macht, beide nu en in alle eeuwigheid. (Judas: 25) Nooit is daar enig excuus om in de zonde te blijven, want dat zij verre. En nooit, nooit is daar enige roem, want de roem is uitgesloten! 

4. Waarom legt HeartCry de nadruk op geestelijke herleving? 

Daar zijn in onze ogen vijf belangrijke redenen voor: 
1. De enorme verdeeldheid in de kerk. Bijna nergens elders in de wereld wordt er zo gevochten om ‘religieuze vierkante meters’ als in Nederland. Mensen die zich de ene week broeders noemen, kijken elkaar soms een week later niet meer aan. Kerken, gemeenschappen en families zijn en worden door deze verdeeldheid uiteengescheurd. Deze verdeeldheid gaat in tegen de wil van Christus ‘opdat zij één zijn, gelijk als Wij’ (Johannes 17) en verhindert de krachtige doorwerking van Gods Geest. 
2. De postmoderne twijfel, die alle zekerheden en waarheden in onze cultuur heeft weg geknaagd, is ook de kerk binnengedrongen. We zijn de eenvoud van het Evangelie kwijtgeraakt. De eenvoudige en duidelijke boodschap van het Evangelie van zonde en genade wordt steeds vaker afgevlakt of weg gerelativeerd. 
3. Een aanzienlijk deel van de kerkgangers verslijt kerkbanken, maar gaat zonder Christus naar de eeuwigheid. Ze zijn horende doof en ziende blind. (Jes. 29:10-13; 2 Kor. 4:4) 
4. Veel gelovigen leven in het duister en zijn in verwarring. Ze zijn misleid door de boze en/of missen een Bijbels zicht op het volbrachte werk van Christus aan het kruis. 
5. Buitenkerkelijken gaan verloren, omdat hun christelijke buurman zwijgt en leeft in wereldgelijkvormigheid. Het ontbreekt veel gelovigen aan kracht tot getuigenis. (Hand. 1:8) 

Ongetwijfeld zijn er nog veel meer te noemen, maar het gaat erom dat deze nood gezien en gevoeld wordt. Wij geloven dat het tij maar op één manier gekeerd kan worden. Dat is door een soeverein ingrijpen van God in het zenden van een geestelijke herleving in kerk en cultuur. Als de hemelse dingen weer realiteit worden door Gods ingrijpen zal alles veranderen. 

Iemand schreef eens: “In iedere kerk, in ieder instituut is er iets wat vroeg of laat uitgerekend het doel waarvoor het in leven werd geroepen tegen zal werken”. We geloven dat dit waar is. Door de eeuwen heen is er op allerlei niveaus een golfbeweging waar te nemen tussen geïnstitutionaliseerde kerken en hervormingsbewegingen. Zodra de kerk zich ging vereenzelvigen met macht en de nadruk kwam te liggen op het bewaken van kerkelijke structuren en de zgn. ‘zuivere leer’, ontstonden er hervormingsbewegingen waardoor het reformatorisch appél weer ging klinken. Die bewegingen stolden later vaak ook weer en nieuwe appélbewegingen ontstonden. 
Dit proces werd eens treffend als volgt omschreven: ‘Een echte religieuze ervaring uit de eerste hand (..) wordt door de omstanders al heel gauw als een afwijking van de orthodoxie gezien, waarbij de profeet een eenzame krankzinnige schijnt. Als zijn leer aanstekelijk genoeg is om vervolging te overwinnen, wordt het een vaststaande en erkende ketterij. Maar als het dan nog aanstekelijk genoeg is om vervolging te overwinnen, wordt het zelf een orthodoxie; en als een godsdienst het stadium van orthodoxie bereikt heeft, is haar innerlijke weg voorbij; de bron is opgedroogd; de gelovigen leven alleen nog uit de tweede hand en gaan op hun beurt profeten stenigen.’ 

Misschien wat kort door de bocht, maar is dit wellicht ook de situatie in kerkelijk Nederland? Een bron die zowat opgedroogd is; onbekeerde gelovigen die uit de derde hand leven en veel napraten, maar niks meer te zeggen hebben? Duizenden kerkgangers die uitstekend hun ongeloof in Jezus Christus theologisch kunnen verantwoorden en doorreizen naar het eeuwige verderf (weliswaar op een afgebakend paadje aan de rechterkant van de Brede Weg)? 
We menen dus dat de oproep tot voortdurende reformatie nodig is en blijft. Gereformeerd zijn is immers geen voltooid proces, maar een werkwoord: we moeten blijvend gereformeerd worden. Daarom wil stichting Heart Cry - met het oog op herleving - de noodzaak van gebed, persoonlijke bekering, geloof en een geheiligd leven benadrukken en daarbij de verwachting uitspreken dat de Heere God nog grote dingen kan doen in kerkelijk Nederland. 

5. Hoe verhoudt Heart Cry zich tot de bestaande kerken? 

We geloven dat Gods verlangen ligt bij Bijbelgetrouwe lokale gemeenten. Datgene wat de stichting doet mag niet leiden tot het ondermijnen daarvan. In de praktijk geeft dit soms spanning; want uit ervaring weten we dat bestaande kerken het werk van Heart Cry als bedreiging kunnen ervaren. Door het appél dat onze stichting doet kan het zijn dat verschil van inzicht ontstaat over wat waarheid is. Wij moedigen het gesprek daarover binnen de gemeente aan, met als doel dat de Bijbelse waarheid centraal komt te staan. Eenheid binnen de kerk, en zeker binnen het Lichaam van Christus, is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Maar niet ten koste van de Bijbelse waarheid over fundamentele zaken zoals de algenoegzaamheid van Gods Woord, het aanbod van genade en het volbrachte werk van Jezus Christus. Wanneer deze fundamentele waarheden verloren dreigen te gaan en er geen perspectief is op verbetering, kan het verlangen ontstaan om een gemeente te beginnen. Heart Cry zal dit wanneer gelovigen uit haar achterban hierbij betrokken zijn dit steunen, echter niet zelf stichten of daar de verantwoordelijkheid voor nemen. 

196