Confronterende prediking

Confronterende prediking

Jezus Vredevorst. Het zal met de kerstdagen een veel gekozen thema zijn voor de preek. Vrede. Conflicten genoeg. In de wereld. In kerken. In onze omgeving. Maar toch vrede. Vrede op aarde. Vrede in Christus. Vrede. Veilig. Verzoend. Verheugd. Fijn om zo in de kerk te zitten. Bemoedigend en hartverwarmend.

De preken van Jezus zijn ook hartverwarmend. Tenminste, als je ze leest bij gezellige schemerlampjes en mild kaarslicht. Blader Mattheüs maar door. De preek op de berg: Zalig, zalig, zalig, zalig... Gij zijt het licht der wereld. Zoekt en gij zult vinden. Dat is moedigend. Of deze: Zoon, wees welgemoed, uw zonden zijn u vergeven. En: Komt allen tot mij die vermoeid zijt, Ik zal u rust geven. Een fijne tekst! Geen rust.

Maar als de kaarsjes doven en je doet het grote licht aan, lees je andere dingen. Dan blijken de preken van Jezus vol te staan met zinnen die helemaal niet vredig aandoen. Die ons confronteren. Die ons uit onze zelfgenoegzame rust willen verdrijven. Dat begint al bij de eerste woorden: Bekeert u. Bekeert u, dat is de bazuinstoot die ons uit onze comfortzone moet wegstoten. In een preek over mensen die nota bene Zijn Naam belijden, kondigt Hij het oordeel aan: Ga weg van Mij. Ik heb u nooit gekend. Hij preekt: "De kinderen des koninkrijks zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis, waar gewening zal zijn en knersing der tanden."

In de preken van Jezus geen begrip en welwillendheid voor wie Hem wil volgen: "Laat de doden hun doden begraven." De preek in zijn thuisgemeente: Het zal Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn dan u! Hij preekt dat iedere kerkganger van elk ijdel woord rekenschap moet afleggen op de dag des oordeels. In Mattheüs 10:34 zegt Jezus het klip-en-klaar: Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard! Fijn.

Duizenden kerstpreken in ons land zullen de komende dagen als fijne preken ervaren worden. De predikanten zullen hun hoorders met een goed gevoel naar huis laten gaan. De gemeenteleden zullen tevreden zijn. Het was een heerlijke boodschap. Maar hoe kunnen deze preken als kerstpreken, Christuspreken, doorgaan, wanneer de preken van Christus zo totaal anders zijn: zo confronterend en existentieel verontrustend? Hoe kan een dominee zijn gemeenteleden voldaan en gerust de kerk zien uitgaan, terwijl de luisteraars van Jezus boos wegliepen en zeiden: "Deze rede is hard, wie kan dezelve horen?"

Natuurlijk, het is fijn voor een dominee om zijn hoorders te prijzen, te spreken over hun goede intenties. Het is inspirerend om te doen alsof alle hoorders deel uitmaken van één grote familie: broeders en zusters in de Heere Jezus Christus. Het is heerlijk de mensen toe te roepen: vrede, vrede, vrede en geen gevaar. Maar wie zijn luisteraars zo benadert, wordt in het Oude Testament ontmaskerd als een valse profeet! Niet alleen Jezus, ook Zijn trouwe dienstknechten confronteerden. Petrus in de pinksterpreek: "Deze Jezus hebt gij genomen en aan het kruis gehecht." Paulus: "Er is niemand die rechtvaardig is, niemand die verstandig is, niemand die God zoekt, ook niet één!"

Dankzij Gods onbegrijpelijke trouw zijn er tot op de dag van vandaag in ons land nog trouwe predikers. Ze drijven bekeerden en onbekeerden uit hun comfortzone. Soms kom je deze boodschap ook tegen op plaatsen waar je het niet verwacht. Deze zomer is een Amerikaanse evangelist, Paul Washer, in ons land geweest. Ik heb hem niet gehoord en kan dus ook niets zeggen over de preken die hij hier op verschillende plaatsen heeft gehouden. Wel heb ik veel preken van hem gehoord via internet. Zo heb ik met innerlijke vreugde geluisterd naar een prekenserie over True Gospel, het ware Evangelie. Washer zegt daarin onder andere dat dit het werk van de predikant is: de hoop van mensen op iets van zichzelf totaal verwoesten, zodat werkelijk alle hulpbronnen afgesneden worden. Washer krijgt er niet genoeg van te benadrukken dat het werk van wedergeboorte en geloof een absoluut, absoluut bovennatuurlijk werk van God is. Hij hekelt dat de prediking van discipelschap, het volgen van Jezus, gekomen is in de plaats van de prediking van de wedergeboorte. Hij noemt preken over heiliging zonder de noodzaak van rechtvaardiging hetzelfde als een mooi zijden kleed hangen over een ernstige melaatse: na tien minuten zal het afzichtelijke mengsel van etter en bloed door het kleed heenkomen. Mensen die een moment van berouw en bekering hebben gehad, waarschuwt hij. Je bent niet gered als het daarbij gebleven is, als niet tot op de dag van vandaag de verbrokenheid van het hart en het hartelijke berouw over de zonden zich verdiepen. Opdat tegen die donkere achtergrond het Kind van Bethlehem meer en meer gaat schitteren. Over die heerlijkheid van Christus spreekt Washer overigens nog liever.

Er zullen veel preken gehouden worden met Kerst. Laten predikanten biddend om licht voortdurend hun woorden leggen naast de woorden van het Woord Dat vlees geworden is. Laten kerkgangers bidden om een eerlijke prediking. Eerlijk met het oog op de eeuwigheid. Want ook al wonen we in Bethlehem, onder het woord, we zullen op die kille kerstnacht die ook spreekt van Gods rechtvaardige toorn over de zonde, uit onze veilige en verwarmde woninkjes verdreven moeten worden, voordat we vluchten naar het Kind van Gods liefde, Die onze Vrede is. 

Bron: Reformatorisch Dagblad 19-12-2008

273