De bijbel in het concentratiekamp

De bijbel in het concentratiekamp

Omdat de familie Ten Boom uit Haarlem in de oorlog joden hielp met geld, bonkaarten en spullen en zelfs Joodse mensen in hun huis liet onderduiken, werden ze op een kwade dag door de Duitsers gevangen genomen. De overvalwagen reed voor en iedereen die in het huis was moest instappen, zelfs al was je doodziek. Soldaten met geladen geweer brachten hen naar de gevangenis. Vader ten Boom die al hoogbejaard was, stierf al spoedig, maar Corrie en Betsy, twee ongetrouwde dochters werden naar Duitsland afgevoerd. Ze kwamen in een vreselijk kamp terecht, een concentratiekamp, zoals dat genoemd werd. Je kunt je bijna geen voorstelling maken hoe erg het daar was. Het begon al meteen bij het binnenkomen.

In lange rijen stonden de gevangenen te wachten tot ze door de controle konden. Vrouwen en mannen apart.

‘Lieve Heer,’ dacht Corrie, ‘We moeten alles afgeven. Dus ook mijn bijbeltje en… Betsy’s warme vest. Ze zal het missen, want haar gezondheid is zwak. O, Jezus, help me toch. Ik zou ook graag het vitamineflesje bij me willen houden. Het eten is hier vast heel slecht…’

Voetje voor voetje naderden ze de kampbewaarsters. Corrie lette goed op. Elke gevangene moest haar kleren uitdoen, poedeltjenaakt door de controle lopen en dan een lelijke kampjurk aandoen met een nummer op de rug. Zo konden ze natuurlijk niets meesmokkelen. Toch hielp de Heer Corrie om de bijbel, het vestje en de vitaminen het kamp binnen te krijgen.

Weet je hoe? In de ruimte waar ze zich moesten uitkleden, stond een laag, vies bankje. Aan de onderkant zaten kakkerlakken en spinnen. Daar trok Corrie zich niks van aan.

‘Vlug, Betsy,’ fluisterde ze, ‘Geef je vestje hier.’

Ze wikkelde haar bijbel en het vitamineflesje erin en verborg het in het allerverste hoekje.

Nadat ze door de controle heen waren gegaan en ze zich weer mochten aankleden, haalde ze het pakje weer tevoorschijn. Ze stopte het onder haar wijde kampjurk.

Zouden de bewaaksters het zien? Corrie keek eens naar beneden. Oei! Je kon een dikke bobbel zien zitten op de plaats waar de spullen verstopt zaten!

‘Heer Jezus, laten ze het niet merken!’ bad ze zacht.

Haar hart bonsde in haar keel. Ook Betsy deed een schietgebedje.

Zo passeerden ze de controle. En… het lukte! Wat een wonder!  De bewaaksters merkten het niet.

Deze binnengesmokkelde bijbel werd tot steun voor vele vrouwen, doordat Corrie er ’s avonds uit voorlas als er geen controle was. Hier, daar en overal begonnen straaltjes hoop door te werken in de harten van de arme gevangenen.

273