Een goed zakenman

Een goed zakenman

De vader van Henry Crowell stierf aan tuberculose toen hij negen jaar was. Henry kreeg dezelfde ziekte toen hij zeventien was en kon daarom niet normaal naar school. Toen hij bijna stervend was hoorde hij Dwight L. Moody preken. Als die man sprak was het voor hem alsof God Zelf sprak. Henry begreep dat hij nooit zou kunnen preken zoals Moody, maar als dat dan niet mogelijk was, wilde hij graag veel geld verdienen om mensen zoals Moody te kunnen ondersteunen. Hij bad of God zijn leven wilde sparen en hem wilde geven dat hij een goed zakenman kon worden, zodat hij veel geld kon verdienen om het werk des Heeren te kunnen steunen. Kort daarop las hij Job 5 vers 19: "In zes benauwdheden zal Hij u verlossen en in de zevende zal u het kwaad niet aanroeren." Door dit vers leek het of God hem de verzekering wilde geven dat hij weer gezond zou worden. Op doktersadvies moest Henry gaan werken in de buitenlucht. Na zeven jaar keerde zijn gezondheid terug en kocht hij een kleine, verwaarloosde molen van een quaker te Ravenna in Ohio. Hij begon zijn handelsgeest uit te leven, kocht bedrijven en eigendommen en bracht nieuwe producten op de markt. Hij droomde van moderne graanproducten voor de Amerikaanse huishoudens. Binnen tien jaar was "Quaker Havermout" bekend geworden in miljoenen huishoudens. Henry was getrouw en gaf eerst 10% van zijn inkomsten en later steeds meer, totdat hij constant 60 tot 70 procent aan het werk des Heeren kon geven. Hij werkte onvermoeid voor het nieuwe Moody Bijbel Instituut te Chicago. Hij voorkwam het faillissement van dit instituut, zodat het een krachtig opleidingscentrum kon worden. Hij hielp met het opzetten van een drukkerij en een christelijk tijdschrift en startte het Moody Radio Station. Bij de leerlingen drong hij er altijd op aan dat ze voldoende tijd met de Heere zouden doorbrengen, want daardoor zouden zij Zijn wil en Woord goed leren kennen. Veertig jaar lang liep op zak met zijn slagspreuk: "Als ik altijd zo mag leven dat ik God blij kan maken, zal ik volmaakt gelukkig zijn." "De hand der vlijtigen maakt rijk." Spreuken 10:4 "Beter dat gij niet belooft dan dat gij belooft en niet betaalt." Prediker 5:5 "Zij zullen den HEERE een gelofte beloven en betalen." Jesaja 19:21

273