Gezegende verwarring

Gezegende verwarring

Onder christenen wordt over tal van zaken verschillend gedacht. Binnen de gereformeerde gezindte en zelfs binnen één kerkverband kom je soms uiteenlopende opvattingen tegen. Hoe moet je daar als jongere de weg in vinden?

Eerlijk is eerlijk, het kan soms behoorlijk verwarrend zijn. Mag ik nou wel of niet pleiten op de beloften of zijn ze alleen voor Gods kinderen? Kan ik naar een jongerenavond of word ik daar bedrogen voor de eeuwigheid? Moet ik vragen om een nieuw hart of moet ik me bekeren? Begint een bekering altijd met angst en benauwdheid of ook wel met liefde en verwondering? Heeft God in de doop mij persoonlijk iets beloofd of is het levensgevaarlijk om dat te denken? De vragen zijn met tal van theologische kwesties uit te breiden.

Wat zou het makkelijk zijn, zo zei iemand, als we net als de roomse kerk een soort paus hadden. Eén centraal adres waar in al deze kwesties het beslissende woord werd gesproken: zo is het en niet anders! Maar zo'n paus hebben wij niet. Hoe kom je hieruit?

Schriftuurlijk

Eerst dit. Natuurlijk moet iedere visie en iedere mening absoluut schriftuurlijk onderbouwd zijn. Maar daar heb je tegelijk de moeilijkheid, want bijna iedereen beroept zich op de Bijbel. En vaak ook op de belijdenis. En soms op alleszins betrouwbare oudvaders. Kom er nog maar eens uit. Wat moet je dan? Is het ook belangrijk hoe een bepaalde mening wordt gebracht? Moet je er ook op letten of er in liefde wordt gesproken? Vast en zeker!

In de christelijke gemeente van Éfeze was alles prima voor elkaar (Openbaring 2: 1-7). Afwijkingen in de leer werden in de kiem gesmoord, maar er was één probleem: ze hadden hun eerste liefde verlaten. Christus en Zijn innerlijke ontferming stonden niet in het middelpunt van hun belijden en bestrijden.

Eigen verantwoordelijkheid

Je ontkomt er niet aan dat je in veel zaken zelf een mening moet vormen. Natuurlijk mag je daarbij gebruik maken van de visie van anderen. Maar je mag die nooit klakkeloos overnemen, omdat het zo goed voelt of klinkt. Of omdat bijna iedereen het zegt. Of omdat het altijd zo gezegd is. Ook jij wordt opgeroepen om de geesten te beproeven of zij uit God zijn (1 Johannes 4:1). Je hebt daarin je eigen verantwoordelijkheid.

Wees dankbaar als je tot een kerk behoort waar de Bijbel centraal staat. Waar onze gereformeerde belijdenis functioneert als een indrukwekkende doorleefde vertolking van deze bijbelse boodschap. Maak er gebruik van! Waar het voor jou vooral op aankomt, is op de persoonlijke en biddende omgang met het Woord van God. Nee, je krijgt je antwoorden niet altijd op een briefje. Toch wil de Heere ook jou, door Zijn goddelijke en persoonlijke brief aan jou, in Zijn waarheid leiden (Psalm 25:8).

De Waarheid

Net als die jonge vrouw. Er kwam een nieuwe dominee, die de rijkdom van Gods genade op zijn eigen wijze vertolkte. Voor die vrouw wat te ruim allemaal. Zomaar zalig worden? Uit genade alleen? Hoefde daar echt niets van ons bij? Moest je dan niet eerst dit en eerst dat…? Klopte dit wel? En ze raakte in verwarring. Maar wat deed ze? Ze ging lezen, onderzoeken, praten, weer lezen, bidden… Haar bijbel lag steeds bij de hand. En weet je bij wie ze uitkwam? Dat vertelde ze me met tranen in haar ogen. Bij Hem, Die ook tot haar sprak: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven." Dat wonder kon ze niet op.

Altijd druk geweest met bijzaken en de weg (met een kleine letter), zonder oog te hebben voor de Weg (met een hoofdletter). Een gezegende verwarring, zo noemde ze het zelf later. En ze had geen enkele behoefte meer aan een soort paus. Sterker nog: pas nu, zich vastklampend aan het Woord van God, was ze pas echt voluit gereformeerd. Jij ook?

273