menu
De man fluisterde: God, spreek tot me.En een leeuwerik begon te zingen.Maar de man hoorde het niet.
Dus de man riep: God, spreek tot me.En er kwam onweer en weerlicht in de lucht.Maar de man luisterde niet.
De man keek rond en zei: God, ik wil u zien.En er verscheen een stralende ster aan de nachtelijke hemel.Maar de man zag het niet.
En de man schreeuwde: God, laat me een wonder zien.En een nieuw leven werd geboren.Maar de man merkte het niet op.
Daarom riep de man wanhopig: God, raak me aan, opdat ik weet dat u bestaat.Waarop God zich uitstrekte en de man aanraakte.Maar de man wuifde de vlinder weg en liep verder.