Het gebed: stuur of reservewiel?

Het gebed: stuur of reservewiel?

Beste lezer,

Toen je vanochtend opstond, keek ik naar je en ik hoopte dat je iets tegen me zou zeggen, al waren het maar een paar woorden. Even vragen naar mijn mening, een bedankje voor iets goeds dat je gisteren overkwam. Maar ik zag dat je het te druk had met het uitzoeken van de kleren die je vandaag aan moest hebben. Dus ik wachtte.

Toen je door het huis holde, bezig om alles klaar te krijgen, wist ik dat er een paar minuutjes vrij zouden zijn om even te stoppen en te groeten, maar je was te druk. Op een gegeven moment moest je vijftien minuten wachten en had je niets anders te doen dan een beetje in een stoel zitten. Ik zag je opspringen en dacht dat je wat tegen me zou gaan zeggen. Maar nee, je rende naar de telefoon en belde een vriend voor de laatste roddeltjes.

Ik zag je vertrekken naar je dagelijkse werkzaamheden en wachtte de hele dag geduldig af. Met al je bezigheden had je het denk ik te druk om ook maar iets tegen me te zeggen. Voor de lunch keek je om je heen. Misschien voelde je je voor gek zitten als je met me praatte. Daarom boog je je hoofd natuurlijk niet. Je keek drie of vier tafels verder en zag een paar van je vrienden kort met mij praten voordat ze gingen eten. Maar jij deed het niet. Dat geeft niet, er is nog steeds tijd over en ik heb nog steeds hoop dat je nog iets tegen me zult zeggen.

Je ging naar huis en het leek erop dat je nog veel dingen te doen had. Na een paar daarvan stopte je en zette de televisie aan. Ik weet niet of je de TV leuk vindt of niet, maar er komt van alles op en het kost je heel wat tijd. Meestal denk je nergens aan en laat je de beelden op je af komen. Ik wachtte geduldig af terwijl je TV keek en je eten opat, maar je praatte alweer niet met me.

Toen je met de rest van je huishoudelijke klusjes bezig was, wachtte ik opnieuw, terwijl jij deed wat je moest doen. Nadat je je huisgenoten welterusten had gewenst dook je in bed en viel meteen in slaap. Je was denk ik te moe.

Je beseft misschien niet dat ik er de hele tijd voor je ben. Ik heb meer geduld dan jij ooit zult beseffen. Ik wil je zelfs leren hoe je geduld met anderen kunt hebben. Omdat ik zoveel van je hou, verliet ik lang geleden een prachtige plaats, genaamd 'hemel', en kwam naar de aarde. Ik gaf dat mooie op om bespot en uitgelachen te worden. Ik stierf zelfs, zodat jij nooit mijn lijden hoeft te lijden. Ik hou zoveel van je dat ik iedere dag wacht op een gebaar, een gebed, een gedachte of een stukje van je hart. Het is zo moeilijk om een eenzijdig gesprek te voeren.

Straks sta je weer op en opnieuw zal ik wachten, boordevol liefde voor jou, hopend dat je vandaag wat tijd voor me zult hebben.

Het is inmiddels wel duidelijk geworden dat met "ik" de Heere Jezus Christus wordt bedoeld. Om de boodschap van deze brief indringender tot je door te laten dringen, hebben we tegen de gewoonte in de persoonsvormen voor de Heere Jezus niet met hoofdletters geschreven. Hiermee willen we niets afdoen aan de heiligheid van de Heere Jezus, maar wel de boodschap van deze brief directer op je af laten komen, omdat je je blijft afvragen van wie de brief komt.

Nog één vraag: Heb jij tijd om met Hem te praten? Is jouw gebed je stuur of reservewiel?

273