Het kind dat tot Jezus komt

Het kind dat tot Jezus komt

Laat mij tot mijn Jezus komen,

moederlief, weerhoud mij niet!

Die voor ons Zijn bloed deed stromen,

wijst me een hemel in 't verschiet.

Sta mij toe, mijn aardse vader,

dat ik aan Zijn voeten val.

Steun mij waar ik wank'lend nader.

Jezus gaat mij boven al.

Broeders, zusters, kom, ga mede!

Voort, geliefden, hand aan hand.

En de liefelijkste vrede strengelt ons een rozenband.

Dartelende speelgenoten!

Roep mij niet terug van 't kruis.

'k Heb gekozen, wèl besloten:

t i's mijn staf naar 't Vaderhuis!

Ja, schoon allen mij vergaten,

vader, moeder, maag en vrind,

Jezus zal mij nooit verlaten.

Jezus mint als niemand mint!

Draag me, o Herder,

in Uw armen als een schaapje naar de stal,

waar Uw Goddelijk erbarmen mij voor eeuwig laven zal!

273