Houd je van MIj?

Houd je van MIj?

Op een dag was ik vroeg in de morgen wakker om de zonsopgang te bekijken. Ah, het beeldschone van Gods schepping is met geen pen te beschrijven. Terwijl ik naar de zonsopgang keek, loofde ik God voor Zijn Prachtige Werk. Toen begon God mij vragen te stellen. Hij stelde me de vraag: "Houd je van Mij?" Ik antwoordde: "Natuurlijk houd ik van U! U bent mijn God, mijn Vader en mijn Verlosser." Toen vroeg Hij: "Als je lichamelijk gehandicapt zou zijn, zou je dan ook nog van mij houden?" Ik stond perplex. Ik keek omlaag naar mijn armen, mijn benen en de rest van mijn lichaam. Ik verwonderde me over hoeveel dingen ik niet meer zou kunnen doen. Dingen die ik als heel normaal ervaar. Ik antwoordde: "Het zou heel zwaar zijn, God, maar toch zou ik nog van U houden." Toen vroeg God: "Als je blind zou zijn, zou je dan nog steeds van Mijn Schepping houden?" Hoe zou ik van iets kunnen houden zonder datgene te kunnen zien? Toen dacht ik aan alle blinde mensen op deze wereld en hoeveel van hen toch hielden van God en Zijn Schepping. Dus ik antwoordde: "Het is moeilijk om erover na te denken, maar toch zou ik nog van U houden." Toen vroeg God: "Als je doof zou zijn, zou je nog steeds naar Mijn Woord luisteren?" Hoe zou ik naar iets kunnen luisteren als ik doof zou zijn? Toen begreep ik het. Luisteren naar Gods Woord betekent niet gewoon mijn oren gebruiken, maar ik moet luisteren met mijn hart. Ik antwoordde: "Het zou zwaar zijn, maar toch zou ik nog naar Uw Woord luisteren." Toen vroeg God: "Als je stom zou zijn, zou je dan nog steeds Mijn Naam prijzen?" Hoe zou ik God kunnen loven zonder stem? Toen begreep ik dat God wil dat ik zing met hart en ziel. Het maakt niet uit hoe het klinkt. En God loven hoeft niet altijd door te zingen. Maar ook al zit het tegen, ik geef God de eer met woorden van dank. Dus antwoordde ik: "Hoewel ik niet fysiek zou kunnen zingen, ik zou toch nog Uw Naam prijzen. Toen vroeg God: "Houd je van mij?" Met veel moed en een sterke overtuiging antwoordde ik: "Ja God! Ik houd van U omdat U de Enige Echte God bent!" Ik dacht dat ik juist geantwoord had, maar God vroeg: "Waarom zondig je dan?" Ik antwoordde: "Dat doe ik omdat ik ook maar mens ben, ik ben niet perfect." "Waarom dwaal je dan ver af als het goed met je gaat? Waarom bid je alleen of je leven er vanaf hangt als het slecht met je gaat?" Geen antwoord, alleen maar tranen. God ging verder, "Waarom zing je alleen maar op bijeenkomsten van de gemeente en andere evenementen? Waarom zoek je me alleen maar in de eredienst? Waarom vraag je alleen maar dingen voor jezelf? Waarom vraag je de dingen zo trouweloos?" Mijn tranen rolden over mijn wangen. "Waarom schaam je je voor Mij? Waarom vertel je de mensen niet over Het Goede Nieuws? Waarom huil je bij anderen uit als het tegenzit, terwijl ik Mezelf aanbied om alles bij mij te brengen? Waarom verzin je allemaal uitwegen als Ik je de mogelijkheden bied om in Mijn Koninkrijk te dienen? Ik probeerde te antwoorden, maar er is geen antwoord op te geven. "Jij bent gezegend met leven. Ik heb je niet gemaakt om dit geschenk zomaar weg te gooien. Ik heb je gezegend met talenten om Mij te dienen, maar je blijft je maar van me afkeren. Ik heb Mijn Woord aan jou gegeven, maar je doet niets met die kennis. Ik heb tot jou gesproken, maar je oren zaten dicht. Ik heb Mijn zegeningen aan je laten zien, maar je ogen waren er niet op gericht. Ik heb jou dienaars gezonden, maar je zat werkeloos toe te kijken toen zij werden weggestuurd. Ik heb je gebeden gehoord, en ik heb ze ook allemaal verhoord." "Houd je echt van me?" Ik was niet in staat om te antwoorden. Hoe zou ik dat kunnen doen? Ik schaamde me voor mijn achtergebleven geloof. Ik had geen excuus. Wat zou ik kunnen antwoorden? Toen mijn hart het uitgeschreeuwd had en ik gehuild had antwoordde ik: "Wilt U mij vergeven? Ik ben het niet waard om een kind van U te zijn." God antwoordde: "Dat is Genade, Mijn kind." Ik vroeg Hem: "Maar waarom blijft U mij steeds maar weer vergeven?" God antwoordde: "Omdat jij door Mij gemaakt bent. Jij bent Mijn kind. Ik zal je nooit in de steek laten. Als je huilt, zal ik je troosten en huil met je mee. Als je juicht omdat je vrolijk bent, zal ik met je mee lachen. Als je het niet ziet zitten, zal Ik je bemoedigen. Als je valt, zal Ik je weer oprichten. Als je vermoeid bent, zal Ik je dragen. Ik zal bij je zijn tot het einde der dagen en Ik zal altijd van je houden." Nooit heb ik zo hard gehuild. Hoe kon het dat ik zo koud gebleven was? Waarom heb ik God zoveel pijn gedaan? Ik vroeg God: "Hoeveel houdt U van mij?" God spreidde zijn armen uit en ik zag dat ze aan het kruis genageld waren. Ik boog neer aan de voeten van Jezus Christus, mijn Verlosser. En voor de eerste keer in mijn leven heb ik echt gebeden.

273