Ik kijk naar Jezus

Ik kijk naar Jezus

Ik kijk niet terug. Ik moet niet te veel terugkijken en steeds denken aan dingen in mijn leven die fout zijn gegaan. Ik moet niet steeds denken aan mijn zonden, aan mijn zwakheden, aan alle uren die verloren zijn gegaan. Dit alles laat ik over aan God, die mij een Redder heeft gegeven.

Ik kijk niet vooruit. Ik moet niet steeds denken aan dingen die kunnen gebeuren. God kent mijn toekomst, God weet of mijn weg naar het Vaderhuis kort of lang zal zijn. De Heere Jezus zal bij mij zijn in iedere beproeving en in iedere nood. Hij zal de last dragen die voor mij te zwaar is.

Ik kijk niet om me heen. Als ik te veel om me heen kijk, word ik ongelukkig. De belofte van geluk, blijdschap en vrede die de wereld de mensen voorhoudt, kan niet vervuldworden. Ik moet mijn vertrouwen niet op mensen of iets anders stellen. Ook niet op betrouwbare mensen.

Ik kijk niet naar mezelf. Het is niet goed te veel met mezelf bezig te zijn. Dan word ik ongelukkig, want er is niets in mij waarop ik mijn hoop kan gronden. Ik zie allerlei fouten en misstappen en val mezelf steeds meer tegen.

Ik kijk naar de Heere Jezus. Ik wil mijn blik op de Heere Jezus gericht houden. Bij Hem vindt mijn hart echte rust en vrede. Bij Hem verdwijnt mijn vrees. Bij Hem vind ik echte blijdschap en liefde. Zijn Goddelijk licht doet de duisternis verdwijnen. Hij geeft me een geweldige hoop voor de toekomst.

273