Opoffering

Opoffering

In 1921 ging het zendingsechtpaar David en Svea Flood, Met hun tweejarig zoontje van Zweden naar de toenmalige Belgische Kongo (Zaïre) in centraal Afrika. Zij ontmoetten daar nog een jong Scandinavisch echtpaar met de naam Erickson. Met zijn vieren zochten zij Gods leiding.

In deze dagen was men gevoelig en toegewijd en bereid om offers te brengen. Ze voelden zich door de Heere geleid om weg te gaan van het zendingsstation, Om het evangelie in een afgelegen plaats te gaan brengen. Dit was een enorme stap in het geloof.

Bij het dorp N'dolera werden ze verhinderd door de hoofdman, Die hen niet toestond om zijn dorp binnen te gaan, Uit vrees dat hun afgoden boos zouden worden. De twee echtparen mochten wel op de bergrand wonen, En bouwden daar, op 800 meter afstand hun modderhuisjes.

Ze baden om een geestelijke doorbraak, maar die kwam niet. Het enige contact wat ze met het dorp hadden was via een jongen, Die was toegelaten om twee keer per week kippen en eieren aan hen te verkopen. Svea Flood, een kort vrouwtje, besloot dat als dit de enige Afrikaan was tegen wie ze mocht spreken, Dat ze dan zou proberen om de jongen naar Jezus te leiden en werkelijk, dat mocht gelukken. Dit was de enige bemoediging.

Ondertussen velde de malaria de één na de ander. Het echtpaar Erickson besloot dat het lijden wel genoeg was geweest, En ging terug naar het centrale zendingsstation. David en Svea bleven dichtbij N'dolera wonen om alleen verder te gaan. Bovendien bleek Svea zwanger te zijn, te midden van deze primitieve omstandigheden.

Toen de tijd van de geboorte kwam, stond de hoofdman toe dat een vroedvrouw haar mocht helpen. Er werd een meisje geboren, die ze ‘Aina’ noemden. De bevalling was uitputtend geweest, Svea was reeds zeer verzwakt door de malaria. De bevalling was te veel geweest en na zeventien dagen stierf ze.

Op dat moment brak er iets binnenin David Flood. Hij delfde een ruw graf en begroef zijn zevenentwintigjarige vrouw, En ging met zijn kinderen terug naar het zendingspost. Hij gaf zijn pasgeboren dochter aan de Ericksons en snauwde: "Ik ga terug naar Zweden. Ik ben mijn vrouw verloren en kan echt niet voor de baby zorgen. God heeft mijn leven verwoest."

Hiermee ging hij weg en verwierp niet alleen zijn roeping, maar vooral God zelf. Binnen acht maanden daarna werden beide Ericksons ziek en stierven een paar dagen na elkaar aan een geheimzinnige kwaal. De baby werd toen aan Amerikaanse zendelingen overgedragen, die haar Zweedse naam in ‘Aggie’ veranderden. Die namen haar uiteindelijk mee naar de Verenigde Staten toen ze drie jaar oud was.

Deze familie hield veel van de kleine meid, maar waren bang dat ze door een of ander wettig obstakel van elkaar gescheiden zouden worden als ze terug zouden keren naar Afrika. Daarom besloten ze om thuis te blijven en over te schakelen van zendingwerk naar pastorale bediening. Zo groeide Aggie op in Zuid Dakota. Als jonge vrouw woonde ze de Noord Centrale Bijbel College in Minneapolis bij. Daar ontmoette ze een jonge man met de naam Dewey Hurst en trouwde met hem.

Jaren gingen voorbij, het echtpaar genoot een vruchtbare bediening. Aggie kreeg een dochter en een zoon. Na jaren werd haar man voorzitter van een Christelijk College in de buurt van Seattle. Aggie was blij dat ze daar zoveel Scandinavische studenten kon ontmoeten.

Op een dag landde er een Zweeds zendingsblad in haar postbus. Ze wist niet wie het had gestuurd en kon de woorden natuurlijk niet lezen, Maar toen ze erdoorheen bladerde, zag ze plotseling een foto waar ze koud van werd. Daar, in een primitief gebied was een graf met een wit kruis, waarop geschreven stond: ‘SVEA FLOOD’.

Aggie sprong in de auto en reed onmiddellijk naar een student bij het college, Waarvan ze wist dat die het artikel kon vertalen. "Wat staat hier!?" riep ze uit. Samengevat ging het verhaal over zendelingen die lang geleden naar N'dolera waren gekomen, Over de geboorte van een blanke baby, de dood van een jonge moeder, De enige jonge Afrikaanse jongen die tot Christus was geleid, Hoe de jongen, nadat de blanken allen waren weggegaan, was opgegroeid, Hoe hij de hoofdman uiteindelijk had overtuigd om een school in het dorp te bouwen, Hoe hij geleidelijk al zijn studenten voor Christus had gewonnen, Dat de kinderen hun ouders tot Christus hadden geleid, dat zelfs de hoofdman christen was geworden, Dat er vandaag 600 christengelovigen in dat ene dorp waren, dat alles door de opoffering van David en Svea Flood.

Toen Aggie en haar man 25 jaar getrouwd waren, schonk het college hen als cadeau om naar Zweden op vakantie te kunnen gaan. Daar wilde Aggie haar echte vader gaan bezoeken, hij was intussen een oude man geworden. David was hertrouwd en had nog vier kinderen gekregen. Hij had zijn leven door de alcohol laten vernietigen. Onlangs had hij een beroerte gekregen en was nog altijd bitter over het verleden.

Met zijn gezin had hij afgesproken dat de Naam van God in zijn huis nooit meer mocht worden genoemd, Want God had alles van hem afgenomen. Na een emotionele hereniging met haar halfbroers en halfzusters vertelde Aggie dat ze iets bijzonders aan haar vader te vertellen had. De anderen aarzelden en zeiden: "Je kunt wel met hem spreken, ondanks dat hij heel ziek is, Maar je moet weten, dat als hij de Naam van God hoort, dat hij woedend wordt."

Aggie liet zich niet afschrikken en ging naar het vuile appartement waar haar 73-jarige vader woonde. De drankflessen lagen overal op de grond en hij lag in een slordig bed. "Papa," zei ze voorzichtig. Hij draaide zich om en begon te huilen. "Aina," zei hij, "Ik heb nooit bedoeld om je weg te geven." "Het is in orde, Papa," antwoordde ze en nam hem liefdevol in haar armen. "God zorgde voor mij."

De man verstijfde onmiddellijk, de tranen stopten. "God heeft ons allemaal in de steek gelaten," zei hij grimmig. "Onze levens zijn zo geworden door Hem." Hij draaide zijn gezicht naar de muur terug. Aggie streelde zijn gezicht en ging onbevreesd verder. "Papa, ik heb een klein verhaal wat ik u vertellen wil en het is allemaal echt gebeurd. U bent niet tevergeefs naar Afrika gegaan. Mama is niet tevergeefs gestorven. De kleine jongen die jullie voor de Heere hebben gewonnen is opgegroeid en heeft het hele dorp voor Jezus Christus gewonnen. Dat ene zaadje wat u geplant hebt, bleef groeien en groeien. Vandaag zijn daar 600 Afrikaanse mensen die de Heere dienen, omdat u gehoorzaam was aan de roepstem van God in uw leven.

"Papa, Jezus heeft u lief en Hij heeft u nooit gehaat." De oude man draaide terug en keek in de ogen van zijn dochter. Zijn lichaam ontspande en hij begon te spreken. Op het einde van de middag was hij teruggekeerd naar de God op Wie hij zo lang boos geweest was.

De daaropvolgende paar dagen genoten vader en dochter samen van de mooie momenten. Aggie en haar man moesten terug naar Amerika en na een paar weken was David Flood gestorven. Enkele jaren later woonden Aggie en haar man een grote evangelisatieconferentie bij, te Londen in Engeland. Daar werd verslag gedaan over het werk in Zaïre, voorheen de Belgische Kongo. Het hoofd van de nationale kerk vertegenwoordigde 110.000 gedoopte gelovigen en sprak welbespraakt over de verspreiding van het evangelie in zijn land.

Aggie kon het daarna niet laten om de spreker te vragen of hij ooit van David en Svea Flood gehoord had. "Jawel, mevrouw," zei de man in het Frans en zijn woorden werden naar het Engels vertaald. "Het was Svea Flood die mij tot Jezus Christus heeft geleid. Ik was de jongen die eten naar uw ouders bracht, voordat u geboren was. In werkelijkheid wordt uw moeders graf en de herinnering aan haar tot op deze dag door ons allemaal in ere gehouden."

Hij omhelsde haar lang en huilend. Daarna vervolgde hij: "U moet naar Afrika komen, want uw moeder is de meest beroemde persoon in onze geschiedenis." Na zekere tijd werd het voor Aggie Hurst en haar man mogelijk om te gaan. Zij werden verwelkomd door vrolijke en dringende dorpelingen. Zij mocht zelfs de man ontmoeten die vele jaren terug, door haar vader was gehuurd om haar in een hangmat over de bergen naar beneden te dragen.

Het meest dramatische moment kwam natuurlijk, toen de prediker Aggie begeleidde om zelf het witte kruis op haar moeders graf te zien. Ze knielde op de grond om te bidden en te danken. Later die dag las de predikant in de kerk twee gedeelten uit de Bijbel: "Voorwaar, zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft hetzelve alleen, Maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort." - Johannes 12:24

"Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien." - Psalm 126:5

Hoe dikwijls wilde u al opgeven? Liep u ook weg en stopte? Dit verhaal van David Flood, herinnert ons eraan dat we allemaal op een of andere tijd willen opgeven, Maar ik zeg u: "Geef nooit op. Ga door! Ga slechts één stapje verder waar u denkt te moeten stoppen. Ga door! Neem de volgende stap en de volgende. Als u valt, sta weer op, borstel uzelf schoon en stap verder."

273