menu
De tv is mijn herder, mij ontbreekt niets;
hij doet mij nederliggen op de bank;
hij voert mij weg van het geloof
hij verwoest mijn ziel.
Hij leidt mij in de sporen van seks en geweld om des reclamemakers wil.
Zelfs al ga ik door het dal van mijn verantwoordelijkheid,
ik vrees geen kwaad, want de tv is bij mij;
zijn kabel en afstandsbediening vertroosten mij.
Hij richt voor mij een dis aan voor de ogen van mijn wereldgezindheid;
hij zalft mijn hoofd met humanisme en consumentisme, mijn hebzucht loopt over.
Ja, luiheid en onwetendheid zullen mij volgen
al de dagen van mijn leven; en ik zal in het huis verblijven
en tv kijken tot in lengte van dagen.