Een onvoorwaardelijke uitnodiging

Een onvoorwaardelijke uitnodiging

Wij worden allen door het Evangelie als arme, blinde, naakte, doemwaardige en onmachtige zondaars tot Hem geroepen en genodigd; en het is het gebod en de raad Gods, dat wij tot Hem zullen komen en Hem als een vrij genadegeschenk van Gods eeuwige en oneindige liefde zullen aannemen, en dat wij ons door Hem wederom met God zullen laten verzoenen.

Nu, al degenen onder ons, die dit nog niet gedaan hebben, die nog niet in waarheid en met hun ganse hart in de Middelaar Christus Jezus geloven, maar die nog buiten Zijn gemeenschap leven in zichzelf, die worden van ons, als dienaren Gods, ernstig vermaand en gebeden, dat zij toch in hun ongehoorzaamheid en ongelovigheid niet verder zullen voortgaan, en sluiten zichzelf voor eeuwig buiten de zaligheid en verlossing die daar is in Christus Jezus, maar dat zij toch eens willen ontwaken uit de slaap hunner zorgeloosheid en vleselijke gerustheid, en opstaan uit de dood der zonde, opdat Christus over hen moge lichten. O! wij zijn van God gezonden om Christus Jezus hier onder u lieden te prediken en u lieden de zaligheid en verzoening met God in en door Hem te verkondigen. Wij zijn de getuigen en gezanten van onze Heere Jezus Christus, om Hem door het woord der prediking alle zondaren voor te dragen en aan te bieden tot een Middelaar en Verlosser, tot een Profeet om hem te leren, tot een Hogepriester om al hun zonden bij God te verzoenen, en tot een Koning om hen te heiligen en te bekeren. Ach mensen! wie of hoedanig gij ook zijn mocht, veracht en verwerpt toch dit heerlijke geschenk van Gods vrije genade niet langer! Maar erkent toch eens uw geestelijke armoede, blindheid, naaktheid en doemwaardige machteloosheid! O! wordt er toch eens met ernst over verlegen en verslagen en gaat toch eens uit uzelf als uit een grondloze kuil van eeuwige rampzaligheid en ellende, en opent uw harten toch eens voor de grote en al-genoegzame Middelaar Christus Jezus, en laat u van Hem uit enkel vrije genade behouden en verlossen. En gij gelovigen in onze Heere Jezus Christus! Wordt gij toch met deze uw Heiland en met Zijn zaligheid en genade nauwer en inniger in de geest van uw gemoed verenigd! Blijft in Hem en gebruikt Hem dagelijks tot wijsheid en wast alzo op in de genade en in de kennis van onze Heere Jezus Christus! Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in alle eeuwigheid!

Amen.

(Ds. Th. v.d. Groe-Catechismus-Zondag 6 )

241