Hoe komt het tot een doorbraak in mijn leven?

Hoe komt het tot een doorbraak in mijn leven?

Zegt u: O, wat moet ik doen? Hoe moet ik geloven? Hoe zal ik dat werk beginnen? enz. Als een gezant van Christus zeg ik: U komt de belofte toe.

De Heere Jezus roept u door de stem van Zijn waarachtige Woord. Hij zegt dat u, zo ellendig en arm, zo blind en verhard, zo rampzalig en onmachtig en ongelovig als u bent, geheel en zonder verder uitstel of nadenken tot Hem moet komen, en dat u voor altijd moet afzien van uzelf en van alle schepselen en Hem tot uw almachtige Verlosser aannemen, opdat Hij u van het ongeloof tot het geloof zou brengen, en van de macht van de satan tot God, en opdat Hij u een erfdeel zou geven onder de geheiligden in Zijn Naam. 

 

Wacht niet op…

Ach, veracht toch die dierbare en zalige beloften van Christus niet langer door uw ongelovigheid. Denk niet dat u nog niet ellendig genoeg bent voor Christus, niet genoeg gewond en verbroken van hart, maar dat u eerst nog iets anders moet hebben voordat u mag komen. Want ik verzeker u in Zijn Naam, en ik beroep mij op Zijn eigen allerwaarachtigste Woord, dat bij ons is en waarnaar Hij de wereld zal oordelen, dat u de vrijheid hebt om gelovig tot Christus te komen, zoals u nu bent, als u maar alleen oprecht alle dingen uit genade van Hem begeert die u zelf mist en waaraan u gebrek hebt. Sta hier toch eens met uw hart bij stil, want dit is werkelijk de grootste en allerbelangrijkste zaak die in de gehele Bijbel is.

 

Aanvallen van satan

Ik heb uw brief aandachtig en ook niet zonder emotie en gemoedsbeweging gelezen. U schrijft daarin heel eenvoudig hoe het met uzelf gesteld is. En ik kan geloven dat u bijzonder vatbaar bent voor nare moedeloosheid en voor droevige kwellingen van het ongeloof en van de satan op meer dan één manier.

Ja, ik denk dat u daar zelden vrij van bent, ook zelfs niet in uw plichten en werkzaamheden, maar dat er altijd zo'n akelig deksel van duisternis, van ongeloof en van bestrijding op de grond van uw ziel blijft liggen; soms verschuift u het wel eens wat, maar u kunt het onmogelijk helemaal van uw hart afwerpen.

 

Maar ik kan u dit uit de innigste bewustheid van mijn gemoed verzekeren: de Heere Jezus Christus, is de allerdierbaarste, allervriendelijkste en allergoedertierenste Zaligmaker voor arme verlegen zondaren. Hij kan en wil al deze jammerlijke kwalen en ellenden werkelijk genezen, en dat uit enkel vrije genade. Als u dit ook maar kunt en wilt geloven, en als u uzelf maar eens een keer, zo ellendig en rampzalig als u bent, aan Hem oprecht wilt overgeven.

 

Vastklemmen aan het Woord

O, luister daarom niet langer meer naar één van beiden; maar grijp het heilige Woord eens aan en neem het in uw handen en houd het, ondanks uw snode vijanden, eens voor het waarachtige Woord van de levendige God, wat het werkelijk is en tot in eeuwigheid zal blijven.

Richt er uw hart eens op en roep de Geest van Christus te hulp. In dit Woord zal de eeuwige en waarachtige God u Zelf verzekeren dat (buiten de ene grote zonde tegen de Heilige Geest, waarvoor u door Zijn ontfermende genade nog geheel bewaard bent) alle, alle zonden en ellenden, zonder enig onderscheid, door Zijn Zoon genezen worden, wanneer de arme zondaren maar met waar geloof tot Hem willen komen.

 

Wat kan ik u toch dierbaarder schrijven dan dat de barmhartige en menslievende God, Die geen lust heeft in de dood van een zondaar, u zelfs niet alleen de volkomen vrijheid aanbiedt, maar u ook ernstig vermaant en gebiedt, ja, dat Hij u om zo te zeggen bidt en smeekt  om die vrijheid aan te nemen.

 

Omarm toch de Zaligmaker

O, wat een onbegrijpelijk wonder van liefde en genade! Wil dan toch eens besluiten om oprecht gelovig tot Zijn Zoon, onze Heere Jezus Christus te komen, zo ellendig als u bent; omarm Hem toch eens als uw Zaligmaker, omdat er onder Zijn vleugelen nog hulp en genezing voor u is! Zo bid ik u dan nog heden (en ik doe het met een oprecht en bewogen gemoed en zo ernstig als ik maar kan, als een onwaardige gezant van Christus' wege) dat gij u nog heden met God wilt laten verzoenen. Laat de grote Heere Jezus toch niet langer tevergeefs aan uw deur roepen en kloppen, waar Hij nog met open armen van uitgebreide liefde en goedertierenheid op u staat te wachten.

 

Voorwaar, al werd deze eenvoudige brief ook tot u gezonden vanuit de hemel zelf, dan zou hij wat dit betreft niet waarachtiger kunnen zijn dan hij nu is.

De getrouwe Getuige Gods zal er voor instaan om het op Zijn eigen tijd openbaar te maken en mijn geringe getuigenis met Zijn 'Amen' te bevestigen; want ik mag hier ook zeggen dat ik weet in Wie ik geloofd heb.

 

En waarom zou u dan door genade niet ernstig zoeken om deze weg van het geloof eens met uw gehele hart in te slaan? Welke bekommernissen of moeilijkheden kunnen u hier toch hinderen? Al had u er nog meer dan duizend anderen bij, ik zou hen allemaal heel gemakkelijk voor u kunnen oplossen en beantwoorden met de ene barmhartige en almachtige Heere Jezus Christus en met Zijn eigen Woord der belofte, hetwelk in der eeuwigheid onveranderlijk bestaan zal.

 

‘Ik heb nog niet genoeg…’

Bent u nog niet genoeg gewond en verbroken van hart voor Christus? Wegen u de zonden en Gods toorn, en uw eigen verdoemelijke onmacht en vijandschap nog niet genoeg op het hart, maar bent u daar nog zo blind en ongevoelig onder?

 

Het geloof is gelukkig een werk van de Geest

O, weet en begrijp eens werkelijk dat u daar van uzelf ook niet het minste aan toe kunt doen. Dat is alleen het werk van Christus' vrije genade!

Hij heeft het in de handen van Zijn Geest gegeven om de wereld van zonde te komen overtuigen.

 

Ach, geloof, geloof dat nu eens, en kom dan als een verstokte en blinde tot Christus, want verstokten en blinden mogen ook tot Hem komen; Hij roept ze ook tot Zich. Werp uzelf dan maar zo voor Hem neer en erken dat in de hemel en op aarde alleen Hij machtig is zowel om u van de zonden te overtuigen als van de zonden te verlossen.

 

Wordt u door de satan en uw eigen ongelovig hart, helaas, dikwijls gekweld met droevige atheïstische gedachten en bestrijdingen, ja zelfs met heimelijke verleidingen en aansporingen om te spotten met God en alles wat heilig is? O, dit is een zeer groot en zielsvernederend kwaad, hetwelk uw arme ziel spoedig in het eeuwige verderf zou slepen, als de Heere toeliet dat het eens recht kon losbreken.

Maar om u te bemoedigen en te troosten kan ik u zeggen dat er duizenden door Christus' ontfermende hand zijn geholpen en genezen, die aan dezelfde droevige kwalen geleden hebben, en die wellicht nog veel zieker waren dan u.

 

O, wees daarom niet langer ongelovig. Want ik verzeker u voor het aangezicht van de Heere, uit kracht van mijn zending: er is nog een balsem in Gilead, er is nog een groot Heelmeester aldaar - als u maar gelovig tot Hem wilt gaan en Hem om Zijn hulp verzoeken. Ik geef graag toe dat het heel moeilijk is om te geloven als de satan en ons eigen hart zo sterk werken en woelen om ons tot het ongeloof te brengen. Maar dit is uw grote geluk, dat het geloof een werk en een zuivere gave Gods is, en dat Christus het Zelf door Zijn Geest in u wil werken.

 

En zeker, die hand alleen is machtiger dan alle machten der hel samen. Mocht u het dan maar eens werkelijk aan Hem overgeven. Overgeven aan die Held Die verlossen kan en Die er reeds zo velen uit die droevige banden van de satan verlost heeft toen het erop leek dat zij er voor eeuwig in zouden vergaan en er jammerlijk in om zouden komen.

O, wat een zalige redding zou dat voor uw ellendige en benauwde ziel zijn, als u door de kracht van de Heilige Geest maar eens rechtuit en onomwonden tegen de satan zou kunnen zeggen: "O vijand, wat kwelt gij mij arm, ellendig mens ermee dat God en Christus, Woord en godsdienst geen waarachtige dingen zouden zijn? U weet immers zelf wel beter. Al kan ik het helaas niet op een krachtige manier geloven, dan wil ik mijzelf er nochtans van verzekerd houden dat de Heere Jezus het mij kan doen geloven."

 

En mocht u uzelf vervolgens, zo ellendig als u bent, dan maar eens geheel aan Zijn voeten neerwerpen en Hem smeken om de Geest des geloofs, Die Hij nog genoeg voor u over heeft en waardoor Hij de arme zondaren trekt en bekeert.

 

Uw toegenegen Vriend en dienaar in de Heere Jezus,

Theodorus Van der Groe

241