Ik twijfel zo veel...hoe weet ik het zeker?

Ik twijfel zo veel...hoe weet ik het zeker?

Iedere jongerenavond weer komen er verschillende vragen over de zekerheid van het geloof. Hoe is het nu te verklaren dat zovelen over deze zaken in het onzekere verkeren? Misschien ben jij ook niet helemaal zeker van je staat. Het kan zijn dat je bezig bent met de vraag: “Ben ik wel een christen? Ik denk dat ik er één ben, maar ik weet het niet zeker”. Ja, dat kan! Velen verkeren hierover in onzekerheid. Laat mij u enkele oorzaken noemen. 1) 1) In het algemeen weten de mensen weinig van God en van de wijze waarop Hij werkt. Men realiseert zich niet, dat God niet verplicht was Jezus Christus naar deze wereld te zenden. In ons was geen enkele reden waarom Hij dat had moeten doen. De Heere deed dat omdat Hij ons liefhad, niet omdat wij het verdienden. “Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe” (Joh. 3:16). Er was geen aanleiding voor God om ons lief te hebben. Het eerste wat een ware christen leert, is in feite dat er in zijn binnenste totaal niets goeds is. De zonde legt beslag op zijn hele leven. Dat is de reden waarom de oprechte christen Jezus Christus zozeer acht en nodig heeft. Hij is de Enige Die goed is. Hij is de Enige Die ons goed kan doen. Hij alleen kan onze zonden vergeven en ons God doen kennen. Daarom leeft een ware christen voortaan om de Heere Jezus te behagen, om Zijn beeld gelijkvormig te worden. Dit is de wijze waarop God ‘de dingen roept die niet zijn’. Als we deze handelswijze niet begrijpen, kunnen we nooit weten of we christenen zijn. Een christen hoopt alleen op God. God alleen kan zondaren zalig maken! 2) 2) Sommige verkeren echter in het onzekere, omdat ze niet begrijpen dat de Heere met mensen op uiteenlopende wijze werkt en dat dit werken korte of lange tijd kan duren. Zacheus kwam direct tot Jezus toen Deze hem riep, maar Paulus moest drie dagen wachten eer het licht doorbrak. In het tot Jezus komen verschilt de ervaring van de één met die van een ander. Er bestaat geen vast patroon dat je kunt volgen om een oprechte christen te worden. Zo zijn er geen twee christenen even heilig. Sommigen leven een voorbeeldig leven, anderen begaan jammerlijke misstappen en doen weleens dingen die niet door de beugel kunnen. Sommigen genieten Gods weldaden en schijnen op een bijzondere manier van God bemind te zijn. Anderen ondervinden veel minder Gods nabijheid. Toch kunnen beiden ware gelovigen zijn. 3) 3) Als je niet zeker bent of je wel een ware christen bent, kan dat veroorzaakt worden doordat je niet oprecht bent tegenover God. Wanneer wij een bepaalde zonde aan de hand houden, hoewel we weten dat zij verkeerd is, en we God niet vragen om vergeving en Zijn hulp om de boze te weerstaan, is het geen wonder als we in het onzekere verkeren of wij wel Gods kinderen zijn. Als wij weigeren om te doen wat God goed noemt, zullen we in onzekerheid verkeren of we God wel liefhebben. 4) 4) Als je niet echt begeert te weten of je wel een kind van God bent, hoeft het je ook niet te verwonderen dat je daarover geen duidelijkheid hebt. Je zult je toch enige moeite moeten getroosten om vast te kunnen stellen of je wedergeboren bent of niet. “Onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf”, zegt Paulus (2 Kor. 13:5). “Benaarstigt u”, schrijft Petrus, “om uw roeping en verkiezing vast te maken”. Als wij onze tijd besteden aan onze eigen bezigheden en zelfs niet proberen onszelf deze gewichtige vraag te stellen, is het geen wonder dat we in het onzekere verkeren. 5) 5) Er zijn mensen die op verkeerde kenmerken letten, om te zien of ze wel een ware christen zijn en als zij die verkeerde tekenen niet zien, vragen ze zich verwonderd af of ze wel Gods kind zijn. Sommigen denken bijvoorbeeld dat een ware christen nooit in zonde kan vallen en omdat ze in hun eigen leven wel zonde ontdekken, houden ze zichzelf voor, dat ze geen christen zijn. Maar de Bijbel daarentegen laat zien, dat christenen van tijd tot tijd wel in zonde vallen. Paulus beschrijft zijn eigen leven als een voortdurende strijd met de zonde (Rom. 7:14-25). 6) 6) Evenzo menen anderen dat ware christenen altijd direct antwoord op hun gebeden ontvangen. Maar dat is geen kenmerk van een ware gelovige. Lees maar wat de psalmist zegt in Ps. 13:1 “Hoe lang, Heere, zult Gij mij steeds vergeten? Hoe lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen?”. 7) 7) Toch zijn er nog steeds mensen die een bijzondere werking van de Heilige Geest verwachten, waardoor hen dan duidelijk gemaakt zou worden dat zij God toebehoren. Zoals Rom. 8:16 zegt: Die Geest getuigt met onze geest dat wij kinderen Gods zijn”. Maar deze mensen vergeten dat eerst het geloof in de Heere Jezus komt en slechts dan zal de Heilige Geest ons verzekeren dat wij kinderen Gods zijn. ”In Welke gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden…” (Ef. 1:13). Als wij gaan letten op kenmerken van het christen-zijn, die helemaal geen kenmerken zijn, is het duidelijk dat we in het onzekere verkeren of we wel Gods erfgenamen zijn. Ik hoop dat je nu inziet dat het voor ons heel belangrijk is om te weten of we verzoend zijn met God en of we daarvan zeker kunnen zijn. Ik hoop dat het je nu duidelijk is waarom zovelen in verwarring verkeren over het christen-zijn. Ze zien over het hoofd dat de zaligheid een gave van God is en niet iets wat zij verdienen. Zij vergeten dat God op sterk uiteenlopende wijze met mensen handelt; heel direct met sommigen, met anderen echter heel geleidelijk. Zij vergeten dat ware christenen onderling verschillen in heiligheid. Zij letten op kenmerken die niet voor alles christenen gelden. Mag ik nog enkele andere vergissingen noemen die mensen begaan als ze het over het ware christen-zijn hebben?   Iemand kan Gods kind zijn en het zelf nog niet weten. De apostel Johannes schrijft: “Deze dingen heb ik u geschreven, die gelooft in de Naam van de Zoon van God; opdat gij weet dat gij het eeuwige leven hebt” (1 Joh. 5:13). Uit deze woorden kunnen we opmaken dat er mensen waren die nog niet wisten dat ze het leven Gods in zich hadden.   Niet iedereen is even zeker omtrent het toebehoren aan Christus. De één komt niet verder dan: “Ik geloof Heere, kom mijn ongeloof te hulp” (Mark. 9:24). Paulus kon echter zeggen: “Niets kan ons scheiden van de liefde Gods” (Rom. 8:38-39). Evenzo kan het vertrouwen van christenen veranderen; het heeft niet altijd dezelfde sterkte.   Ware gelovigen zijn niet altijd in staat om alles wat tegen hun geloof wordt aangevoerd te weerleggen. Ondanks dat weten alle gelovigen altijd dat zij in Christus geloven. “Ik weet in Wien ik geloofd heb” (2 Tim. 1:12). Er is ook een vals vertrouwen op Christus. Gelijkenissen zoals die van de wijze en de dwaze maagden leren ons, dat velen ogenschijnlijk ware christenen kunnen zijn, maar toch niet het ware persoonlijke geloof in Jezus Christus hebben. Ik hoop dat je nu inziet dat we zeker kunnen weten of we oprechte christenen zijn en dat we daarvan dan ten volle verzekerd moeten zijn. Overgenomen uit “Wat is een waar geloof?” van William Guthrie
241