Het is niet nodig dat we terugvallen

Het is niet nodig dat we terugvallen

In het boek Richteren worden we geïnformeerd over 13 richters die door God werden aangesteld (hoofdstukken 3 tot 16). De veertiende richter was Samuël, van wie we lezen in 1 Samuël. De namen van de meeste van deze richters zijn ons niet zo bekend. De eerste richter was een man genaamd Otniël, die de schoonzoon en neef van Kaleb was (3:9). Er wordt van hem geschreven: "… de Geest des Heeren kwam over hem, en hij richtte Israël…" (3:10). Dit gebeurde herhaaldelijk in het boek Richteren. De Geest des Heeren kwam over Gideon en Simson om hen toe te rusten om het volk van God te leiden (zie hoofdstuk 6:34 en 14:6). Alleen deze zalving met de Geest stelde hen in staat om Israël te leiden. Ook vandaag de dag kan deze zalving ons bekwaam maken om Gods volk te leiden. Zelfs als we wedergeboren zijn (wat absoluut het werk van de Heilige Geest is), hebben we toch de Geest des Heeren nodig om ons te bekrachtigen om Hem te dienen. Laat u niet tevreden zijn met slechts een emotionele ervaring die u in bepaalde samenkomsten hebt gehad. Zelfs als u in tongen spreekt, betekent dat niet automatisch dat u vervuld bent met de Heilige Geest. Wees nooit tevreden zonder de kracht van de Heilige Geest. U kunt nooit Gods werk doen zonder de kracht van de Heilige Geest. Zelfs Jezus, die 30 jaar een volmaakt leven leidde en geboren was uit de Geest, had de zalving van de Heilige Geest nodig voordat Hij zijn dienst begon. Terwijl Hij in gebed was in de Jordaan, daalde de Heilige Geest op Hem neer. Laten we Zijn voorbeeld volgen. Welke hoeveelheid kennis of welke natuurlijke gaven we ook hebben, deze kunnen nooit de noodzaak voor de zalving vervangen. We hebben de voortdurende aanwezigheid van deze zalving nodig. Het voorbeeld van Simson is een tragische herinnering aan hoe we deze zalving op een bepaald moment in ons leven kunnen ervaren en later weer kunnen verliezen. Gedurende de hele 40 jaar dat Otniël over Israël richtte, heerste er vrede (3:11). Maar toen Otniël stierf, vervielen de kinderen van Israël opnieuw in het doen van kwaad in de ogen van de Heere. Toen ze weer voor het kwaad kozen, stond de Heere toe dat de koning van Moab hen 18 jaar lang onderdrukte (3:14). Het boek Richteren beschrijft zeven van dergelijke cycli - een terugval gevolgd door straf, waarna God weer een richter opwekte om hen te verlossen. Veel gelovigen leven hun hele leven in een dergelijke cyclus - terugvallen, berouw, herstel en opnieuw terugvallen, en dit blijft zich maar herhalen. Ze blijven in deze nooit eindigende cirkel ronddraaien. Ze gaan naar samenkomsten, worden opgewekt en wijden zichzelf toe. Zodra de opwekkingssamenkomsten voorbij zijn, vallen ze al snel weer terug. Dan komt er op een goede dag een andere gezalfde prediker die samenkomsten houdt en worden ze opnieuw opgewekt. Is het de wil van God dat we in deze nooit eindigende cyclus blijven leven? Zeker niet! We kunnen vandaag de dag te allen tijde de Heilige Geest ontvangen. In de dagen van het Oude Testament kwam de Geest slechts op één leider en waren allen afhankelijk van die ene leider. Maar dat is nu niet het geval. Vandaag kunnen we allen de Heilige Geest ontvangen en hoeven we niet langer afhankelijk te zijn van anderen. Het vuur van God kan voortdurend in ons hart branden. Nadat ze 18 jaar onderworpen waren geweest aan Moab, riepen de Israëlieten tot de Heere (vers 15). God wekte een nieuwe verlosser voor hen op - Ehud, die de tweede richter werd. Ik verbaas me erover dat de Israëlieten 18 jaar hebben gewacht voordat ze om verlossing uit hun slavernij riepen. Waarom hebben ze niet eerder om verlossing geroepen, al na een maand? Waarom leeft iemand 18 jaar in verslagenheid door zonden (of soms zelfs 40 jaar in bepaalde gevallen) voordat hij overwinning zoekt? Ik weet het niet, maar we zien het om ons heen gebeuren. Ehud versloeg Moab en het land genoot 80 jaar lang vrede (vers 30). Maar daarna vervielen ze opnieuw en wekte God Samgar op, die 600 Filistijnen versloeg met een ossestok. Dit alles had Samgar zeker te danken aan de zalving van de Geest, zoals we later lezen in het verhaal van Simson. Vervolgens deden de Israëlieten weer wat kwaad was in de ogen van de Heere, en de Heere gaf hen in de handen van Jabin, de koning van Kanaän. De Kanaänieten, die door Israël uitgeroeid hadden moeten worden, hadden nu een koning en heersten over Israël! Gelovigen zouden juist over de zonde moeten heersen, maar in de meeste gevallen heerst de zonde over hen. Jabin had 900 strijdwagens van ijzer en onderdrukte Israël wreed gedurende 20 jaar. Toen riepen ze opnieuw tot de Heere en wekte Hij Debora op als richter (hoofdstuk 4:3,4).

Zac Poonen
Vertaling: Gerard Schröder

264