menu
Als je Gods paden dreigt te verlaten en afdwalen (naar rechts of naar links), zul je achter je een Stem horen,
Die zegt: "Nee, dit is de weg, wandel hierop" (Jes. 30:20,21).
De Stem Die hier bedoeld wordt, is de stem van de Heilige Geest die ons waarschuwt als we zelfs licht gaan dwalen (naar rechts of naar links), van het rechte en smalle pad, dat leidt naar de troon van God. Zelfs wanneer we kijken naar de gemeenten van de gelovigen vandaag de dag, zien we dat de meeste van hen in een sleur terecht zijn gekomen - hetzij naar rechts of naar links, weg van de rechte lijn van de Waarheid. Neem nu dit eenvoudige voorbeeld: sommige groepen 'over-benadrukken' de gaven van de Geest en hellen over in één richting. Anderen benadrukken enkel en alleen de vrucht van de Geest en negeren de gaven volledig en hellen dus over naar de andere kant. Geen van deze twee groepen lijkt te luisteren naar de Stem die probeert hen te vertellen om naar links of rechts te gaan en terug te keren naar het centrum.
Elke groep heeft zijn eigen favoriete verzen uit de Bijbel, waarnaar ze opnieuw en opnieuw terug blijven gaan. Ze lijken nooit naar andere delen van de Schrift te kijken, die hen evenwichtig zouden kunnen maken, want ze zijn bevooroordeeld tegen deze verzen. Heel vaak is hun weigering om die andere verzen te zien, te wijten aan het feit dat deze andere verzen misbruikt zijn door groepen die afgedwaald zijn in de tegenovergestelde richting. Dus hun begrip van de waarheid is gevormd door een reactie op de extremen, die andere groepen zijn gegaan; en niet van een zorgvuldige studie van het volledige Woord van God. De bediening van de profeten in het Oude Testament was altijd om het volk Israël erop te wijzen dat zij een dwaalspoor op waren gegaan. Ze spraken telkens weer het corrigerende woord van de Heilige Geest. Ze hebben nooit gezocht naar een "evenwichtige bediening". Ze hebben altijd dat wat ontbrak benadrukt. Ze hebben nooit tijd verspild om het volk Israel toe te spreken, inzake de dingen die wel volgens Gods opdracht gedaan werden. In die zin waren de oudtestamentische profeten allen onevenwichtig in hun bediening. Bestudeer bijvoorbeeld Jeremia.
Op een gegeven moment zei Jeremia tot God: "U heeft mij nooit eens een woord van vriendelijkheid laten spreken tot deze mensen. Steeds moet ik spreken van rampen, ellende en vernietiging." (Jer. 20:8). Zijn boodschap was zeker geen evenwichtige boodschap, vol van genade en waarheid! Het was gewoon oordeel, oordeel en nog eens oordeel! Deze boodschap werd op een gegeven moment zo'n last voor Jeremia zelf. Maar hij kon nog steeds niet stoppen met preken, want elke keer als hij dacht de boodschap te veranderen, brandde het Woord van God van oordeel in zijn hart als een vuur en kon hij het niet langer voor zich houden (Jer.20:9). En dus bleef hij het oordeel over het volk van Juda 46 jaar lang verkondigen.
Als Jeremia had geluisterd naar de stem van zijn eigen verstand, of naar het advies van andere predikers die niet de Geest van God hadden, zou hij zijn boodschap hebben aangepast. Hij zou dan meer in balans zijn geweest. Maar hij zou ook niet langer Gods profeet zijn geweest! Neem nu de bediening van de profeet Hosea. Zijn boodschap was totaal verschillend van Jeremia's boodschap. Gods boodschap door middel van Hosea aan Israël was: "O, hoe lief heb Ik je, zelfs al ben je Mij ongehoorzaam geweest en afgedwaald."
Maar Jeremia, die 180 jaar na Hosea leefde, heeft nooit geprobeerd Hosea's bediening na te bootsen. Deze profeten waren geen imitators van elkaar. Elk van hen wist welke last God hen gegeven had. Een profeet van het Nieuwe Verbond zal ook altijd spreken van wat er ontbreekt in een gemeente en steeds wijzen, daar waar de onevenwichtigheid is. Hij zal onderscheiding van God hebben betreffende de huidige behoefte van de mensen aan wie hij onderwijs geeft. De grootste behoefte in elke gemeente vandaag de dag, is de profetische bediening - waardoor de Geest spreekt en zegt: "Nee, niet op die manier, maar op deze manier.." De meeste predikers bereiden hun preken voor, door het lezen van boeken en tijdschriften en door te luisteren naar tapes - om hun toehoorders te imponeren. Ze zijn voorzichtig; en laten dingen weg die hun hoorders zouden kunnen beledigen, omdat ze zoeken naar eer en geschenken. Profeten zijn zo echter niet. Zij luisteren naar God, en vertellen de mensen precies datgene, wat God wil dat ze horen. En dus mag een profeet spreken over een bepaald thema, totdat de onbalans in de gemeente is gecorrigeerd. Professionele predikanten zijn echter bang om ook zelfs maar tweemaal dezelfde boodschap aan dezelfde gemeente te brengen.
Gastpredikers hebben zelfs een notitie gemaakt (in hun verstand of in hun dagboek) ten aanzien van welke boodschap zij predikten in een bepaalde gemeente, zodat ze niet de fout zullen maken om bij hun volgende bezoek aan die gemeente weer een tweede keer hetzelfde te spreken - zodat zij hun eer als predikers niet zullen verliezen! Welk een grote nood is er vandaag de dag voor Profeten!