Vissologie

Vissologie

Er was eens een groep mensen die zichzelf vissers noemde. In de omgeving waar ze woonden was heel veel water met heel veel vis. Om duidelijk te zijn, de hele omgeving was vol beken en meren die vol zaten met vis.

Week in week uit, van maand tot maand, en jaar op jaar werden vergaderingen belegd door deze vissers. Ze spraken daar over hun roeping tot vissers, de overvloed aan vis en hoe ze het vissen aan zouden pakken. Jaar op jaar werd zorgvuldig beschreven wat vissen inhield. Ze verdedigden het vissen als beroep en verklaarden openlijk dat vissen altijd de eerste opdracht moest zijn van vissers.

Deze vissers lieten grote prachtige gebouwen plaatsen als hoofdkantoor voor de plaatselijke visserij. Het argument daarvoor was dat iedereen visser behoorde te zijn en iedere visser moest vissen. Maar zij visten niet!! Wat ze naast regelmatig vergaderen wel deden was een Raad voor de visserij instellen om vissers uit te zenden naar andere plaatsen, waar veel vis zat. Deze Raad werd gevormd door mensen met veel inzicht in de visserij en die de moed hadden om over vissen te spreken. Ook moesten ze uit kunnen leggen wat vissen precies inhield en mensen stimuleren om in ver afgelegen beken en meren te gaan vissen, waar veel andere en anders gekleurde vis zat.

De Raad trok personeel aan en benoemde allerlei viscommissies. Er werd veel vergaderd over wat vissen inhield en over de noodzaak van het vissen en men nam besluiten in welke nieuwe rivieren er gevist zou kunnen worden. Maar het personeel en de leden van de commissie kwamen niet aan vissen toe...

Grote visopleidingscentra werden opgezet. De bedoeling was om vissers te leren hoe er het beste gevist kon worden. Er werden cursussen gegeven over de nood van de vissen, de aard van de vissen, de beschrijving van vissen, de psychologische reacties van vissen en hoe men het beste de vissen kon benaderen. Degenen die hierin lesgaven waren hoog opgeleid in de 'vissologie'. Echter, zelf visten ze niet. Het enige wat ze deden was lesgeven in vissen.

Verder zetten de vissers grote drukkerijen op om vishandboeken uit te geven. De drukpersen waren dag en nacht bezig om materiaal te leveren dat betrekking had op vismethoden, visuitrusting en visprogramma's over hoe je bijeenkomsten moet organiseren waar over visserij gesproken wordt.

Na een indringende vergadering over 'De noodzaak om te vissen' verliet een jongeman de vergadering en ging uit vissen. De volgende dag bracht hij verslag uit en vertelde dat hij twee bijzondere vissen had gevangen. De jonge man werd onderscheiden voor zijn buitengewone vangst en werd ingezet om zoveel mogelijk alle grote vergaderingen te bezoeken en uit te leggen hoe hij deze vissen gevangen had. Zo stopte hij met vissen om andere vissers over zijn ervaringen te vertellen. Bovendien gaf men hem een hoge functie in het bestuur van de Raad voor de visserij. Men beschouwde hem als iemand met zeer veel ervaring.

Op een dag maakte iemand de opmerking dat degenen die niet visten, toch eigenlijk geen echte vissers waren. Velen voelden zich gekwetst door deze opmerking, maar anderen gingen diep nadenken over de vraag: "Kun je wel visser zijn zonder te vissen...?"

Vertaling van een toespraak van ds. Jonathan Burrough op de Sudan United Mission in Okt. 2000 in Miango.

265